Radiologie
Overzicht
Op deze pagina
Echografie
Echografie wordt vaak als eerste onderzoek uitgevoerd. Het is een niet-invasieve techniek waarbij men gebruik maakt van geluidsgolven. Men kan hiermee de lever goed bekijken waarbij soms uitgezette galwegen of eventuele leveruitzaaiingen kunnen gezien worden. De pancreas is soms moeilijk te visualiseren omdat deze achteraan in de bovenbuik ligt en darmgassen vaak het onderzoek bemoeilijken.
CT-scan
CT-scan (computed tomografie) is een onderzoek waarbij röntgenstralen worden gebuikt om een drie-dimensioneel beeld van de bovenbuik te vormen. U moet voor dit onderzoek 4 uur vooraf nuchter zijn. Dit wil zeggen niets eten, drinken of roken. Vaak wordt er gevraagd om een contrastvloeistof te drinken voorafgaand aan het onderzoek en tijdens het onderzoek zal ook een contrastvloeistof via een infuus in een ader worden ingebracht. Dit om een beter beeld te krijgen van de verschillende organen. Intraveneuze contrastvloeistof kan soms een negatief effect hebben op de nierfunctie. Allergische reacties moeten ook vermeld worden. Op de CT van de buik kan de pancreas (op de foto met rood omlijnd) zeer goed gevisualiseerd worden, alsook de omliggende organen, lymfeklieren en bloedvaten. Indien er pancreaskanker bevestigd wordt, zal er ook nog een CT-scan van de thorax (borstkas) worden verricht om eventuele uitzaaiingen op te sporen.
MRI-scan
De MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging) maakt gebruik van een magnetisch veld dat korte radiogolven opwekt in het lichaam, men maakt hier dus geen gebruik van röntgenstralen. In analogie van de CT-scan wordt er soms wel intraveneus contrastvloeistof gebruikt. De MRI-scan duurt iets langer dan de CT-scan en maakt ook meer lawaai. De MRI kan de pancreas soms op een andere manier visualiseren. Een MRCP (Magnetic Resonance Cholangio Pancreaticografie) kan ook het verloop van de galwegen en pancreasafvoergang (ductus van Wirsung) beter in beeld brengen. Bij patiënten met metalen implantaten zoals heupprothese, pacemaker of defibrillator, of andere metalen voorwerpen kunnen soms het onderzoek bemoeilijken of onmogelijk maken. De patiënt moet dit uiteraard melden aan de radioloog of de verpleegkundige van de radiologie.