Voeding geven
Overzicht
Op deze pagina
Afhankelijk van het gewicht van jullie baby, leeftijd en van de algemene toestand, krijgt jullie baby zes, zeven of acht voedingen per dag.
- 6 voedingen: 6u-9u30-13u-16u30-20u-23u30
- 7 voedingen: 1u-5u-9u-12u-15u-18u-21u
- 8 voedingen: 1u30-4u30-7u30-10u30-13u30-16u30-19u30-22u30
Flesvoeding
De kinderarts bepaalt welke kunstvoeding het meest geschikt is voor jullie baby, het aantal voedingen en de hoeveelheid.Er wordt jullie stap voor stap aangeleerd hoe jullie jullie baby kunnen voeden. Soms is het mogelijk dat de verpleegkundige/vroedvrouw het overneemt van jullie omdat jullie baby nog wat moeite heeft met zuigen, slikken en/of ademen. Van zodra hij is aangesterkt, kunnen jullie de voeding zelf geven zonder hulp.
Borstvoeding
Bij een opname op de afdeling Neonatologie is het niet altijd mogelijk om onmiddellijk jullie baby rechtstreeks aan de borst te laten drinken. Daarom kolf je best zo snel mogelijk af na de geboorte. De verpleegkundige/ vroedvrouw leert jou dat aan.
Van zodra de mama een paar druppels afgekolfde melk heeft, mag deze naar Neonatologie gebracht worden. De volgende voeding wordt de afgekolfde melk dan samen met de kunstvoeding gegeven. De afgekolfde melk bewaren we in de koelkast of diepvriezer met vermelding van naam baby, datum en uur.
Afhankelijk van hoe jullie baby drinkt, starten we geleidelijk met borstgewenning of borstvoeding. De kinderarts beslist wanneer jullie baby voor het eerst mag aanliggen. Wees niet ontmoedigd als de borstvoeding niet van de eerste keer lukt, jullie baby moet dit ook nog leren. De baby’s hebben ook niet voldoende kracht om elke voeding al aan de borst te drinken, dus zal de verpleegkundige/vroedvrouw een aangepast voedingsschema met jullie afspreken. Afgekolfde melk geven we liefst zo vers mogelijk. Mama’s die ontslagen zijn op de kraamafdeling, vragen we om de richtlijnen i.v.m. het bewaren van moedermelk strikt op te volgen.
Sondevoeding
Soms moeten we starten met sondevoeding omdat de slik- en zuigreflex nog niet voldoende ontwikkeld is en jullie baby nog niet voldoende kracht heeft om elke flesje helemaal leeg te drinken. Daarbij wordt een klein slangetje via de neus in de maag gebracht. Dat wordt vastgeplakt op het neusje en de wang. De hoeveelheid voeding die jullie baby in het flesje laat, wordt dan bijgegeven via de sonde.Als jullie baby gedurende een volledige dag geen sondevoeding meer bij krijgt, wordt soms in overleg met de kinderarts de sonde verwijderd.
Gelieve steeds duidelijk af te spreken met de verpleegkundige/ vroedvrouw wanneer jullie het flesje zelf komen geven.