Predialyse
Overzicht
Wanneer de nieren nog ongeveer 20% werken, zal de nierspecialist u informatie verstrekken over de bestaande nierfunctievervangende therapieën (hemodialyse, peritoneaal dialyse, transplantatie, conservatieve behandeling). Er zal een predialysegesprek gepland worden waarbij U geïnformeerd zal worden over de verschillende behandelingsopties. Op die manier kan u reeds nadenken over de techniek die het beste bij u past. Dit predialysegesprek gebeurt door 1 van onze dialyseverpleegkundigen en duurt ongeveer 1uur en kan herhaald worden zo gewenst.
Uw vaccinatiestatus zal bekeken worden, dieetrichtlijnen worden besproken en u zal de ruimte krijgen om uitgebreid vragen te stellen. Zo mogelijk zal uw nefroloog u uitwerken voor niertransplantatie.
U zal tevens de mogelijkheid hebben om een diëtist in het ziekenhuis te raadplegen of contact te hebben met onze sociale assistent.
Dialyse
Wanneer de nieren minder dan 10 tot 15 % functioneren, is de nierinsufficiëntie bijzonder ernstig en zal dit zonder behandeling tot een levensbedreigende toestand leiden. Op dat moment is er nood aan een behandeling die de functie van de nier overneemt. Dit noemt met dialyse. Een dialysebehandeling verwijdert afvalstoffen en overtollig vocht uit het lichaam.
Er zijn twee vormen van nierdialyse.
- Bij hemodialyse wordt het bloed buiten het lichaam gezuiverd door een kunstnier.
- Bij peritoneaal dialyse vervult het eigen buikvlies (peritoneum) de rol van kunstnier.
Hemodialyse
Hemodialyse is het verwijderen van afvalstoffen en overtollig vocht uit het bloed met behulp van een kunstnier.
Via een naald of een centraal veneuze katheter wordt het bloed uit het lichaam door een kunstnier gestuurd. In de kunstnier stroomt het bloed door dunne buisjes. De wanden van deze buisjes bestaan uit een dun vlies, een membraan genoemd, dat als een zeef werkt. Aan de andere kant van dit membraan stroomt de spoelvloeistof (dialysaat). De afvalstoffen uit het bloed gaan doorheen het membraan en worden opgenomen door de spoelvloeistof. Zo wordt het teveel aan vocht en afvalstoffen uit het lichaam verwijderd en wordt het bloed geleidelijk gezuiverd. Het gezuiverde bloed wordt dan opnieuw naar het lichaam gestuurd via een tweede naald of de aanwezige dialysekatheter.
Een dialysebehandeling duurt gemiddeld 4 à 5 uur en wordt 3 maal per week toegepast.
Beschikbare hemodialysevormen
Dagdialyse
Er kan gekozen worden om overdag naar de dialyse te komen. De technische handelingen worden dan uitgevoerd door een dialyseverpleegkundige. Daarmee bedoelen we: de voorbereiding, de bediening van de apparatuur, het aanprikken van de fistel, het aansluiten aan de kunstnier en de nazorg. Deze vorm van dialyse vindt in het ziekenhuis plaats.
We hebben een dialyse eenheid in het A.S.Z. campus Aalst waar dit ofwel in de laagbouw ofwel op de 7e verdieping kan doorgaan. Hier kan de dialyse gebeuren op maandag-woensdag-vrijdag in de voor- of namiddag en op dinsdag-donderdag-zaterdag in de voormiddag.
Er is ook een dialyse eenheid in het A.S.Z. campus Wetteren waar dialyse mogelijk is op maandag-woensdag-vrijdag voor- en namiddag. In het A.S.Z. campus Geraardsbergen is dialyse mogelijk op maandag-woensdag-vrijdag voor- en namiddag en op dinsdag-donderdag-zaterdagvoormiddag.
U krijgt een vaste dialysedag en –uur. U wordt ’s morgens tussen 7 en 8 uur en ’s middags tussen 12 en 13 uur op de afdeling verwacht om aangesloten te worden. In de mate van het mogelijke proberen we rekening te houden met uw voorkeur.
Nachtdialyse
Er kan ook gekozen worden om s nachts naar de dialyse te komen. Hierbij wordt er ongeveer 8 uur gedialyseerd tijdens de slaap. Nachtdialyse gebeurt 3x per week op maandag, woensdag en vrijdagnacht. Het aansluiten gebeurt tussen 21 en 22uur. De technische handelingen worden uitgevoerd door een dialyseverpleegkundige. Deze vorm van dialyse heeft tal van voordelen: een hogere dialyse-efficiëntie, vocht wordt trager onttrokken en er is een tijdsvoordeel overdag. Nachtdialyse is enkel mogelijk in het A.S.Z. campus Aalst op de 7e verdieping.
Thuis hemodialyse
Zo gewenst is thuis dialyseren mogelijk. Als het medisch verantwoord is, moedigen we zelfdialyse aan. Uit ervaring weten we dat patiënten die thuis dialyseren zich minder ziek voelen, zelfstandiger zijn en zich meer betrokken voelen bij hun behandeling. Als u kiest voor thuisdialyse, leidt een gespecialiseerd team van het UZ Gent u in acht à tien weken op. Deze opleiding gebeurt dus niet in het A.S.Z., maar op de dialyse-eenheid van het UZ Gent, terwijl u dialyseert (ambulant, 3x/week).
Het voordeel van thuisdialyse is dat het dialyseschema wordt aangepast aan uw leefwijze (werk, school, sociale activiteiten). De dialyse kan uitgevoerd worden op de momenten die voor u het best passen. De lengte van de dialyse en de frequentie wordt aan uw noden en toestand aangepast. Bezoeken aan en transporten van en naar het ziekenhuis worden beperkt. Alle materialen worden aan huis geleverd (geen financiële opleg). Het ziekenhuis betaalt de installatiekosten. Er wordt een tussenkomst voorzien voor de extra kosten (water, elektriciteit). Deze onkostenvergoeding is wettelijk bepaald. Intensieve begeleiding met medische en verpleegkundige wachtdienst (24u/24u) via het UZ Gent is voorzien.
Selfcare dialyse
Het A.S.Z. campus Wetteren heeft een unit voor zelfdialyse. Voor deze unit geldt hetzelfde principe als voor thuisdialyse. De unit stelt zijn deuren open voor patiënten die om praktische redenen onmogelijk thuis kunnen dialyseren (bv. wateraanvoerproblemen, installatieproblemen,…) maar toch van de voordelen van thuisdialyse willen genieten. Patiënten krijgen eerst een opleiding in het UZ Gent. Ze kunnen gebruik maken van de faciliteiten van het dialysecentrum te Wetteren om volledig zelfstandig te dialyseren. Tijdstip wordt afgesproken in overleg met onze hoofdverpleegkundige.
Transport
U kan gebruik maken van gespecialiseerd ziekenvervoer om naar het dialysecentrum te komen. Dit vervoer wordt geregeld door het dialysecentrum. De vervoersonkosten worden deels terugbetaald door uw ziekteverzekering. Hoeveel er wordt terugbetaald varieert naargelang het ziekenfonds.
U kan ook opteren om zelf met de wagen te komen of u kan gebracht worden door uw partner of familielid. Maandelijks krijgt u een attest met vermelding van de dagen waarop u naar de dialyse komt. Dit attest is bestemd voor uw ziekenfonds. Als u zelfstandig naar de dialyse komt, moet u vooraf toestemming vragen aan de behandelend nefroloog. Als dialysepatiënt heeft u een aangepast rijbewijs nodig. Meer info kan je terugvinden onder de rubriek rijgeschiktheid.
Toegangsweg voor hemodialyse
Om te kunnen dialyseren moet er een toegangsweg zijn tot de bloedbaan. Dit kan door middel van een arterio-veneuze fistel (AV- fistel) of door middel van een getunnelde dialysekatheter.
Indien de mogelijkheid van een AV-fistel bestaat, verdient dit steeds de voorkeur boven een katheter als toegangsweg voor hemodialyse omdat de aanwezigheid van een vreemd voorwerp steeds een hoger infectierisico met zich meebrengt.
-
Arterio-veneuze fistel
Tijdens een kleine operatie waarbij meestal 1 overnachting nodig is, wordt onder algemene of lokale verdoving een ader gedeeltelijk verbonden met een slagader. Er gaat dan meer bloed door de ader stromen waardoor deze dikker wordt. Een dergelijke verbinding noemt men een AV-fistel (Arterio-Veneuze fistel). Een AV-fistel wordt bij voorkeur aangelegd aan de pols, of indien dit niet mogelijk is, aan de onderarm of elleboog van de niet-dominante arm.
Indien er bij een predialysegesprek gekozen wordt voor hemodialyse, zal u preferentieel reeds doorverwezen worden naar de vaatchirurg om te evalueren welke bloedvaten geschikt zijn om een AV-fistel aan te leggen. Zo kan u er mee op toezien dat deze arm "gespaard" wordt. Dit betekent dat bloedafnames en infusen aan deze kant vermeden worden.
In sommige gevallen wordt een kunststofbloedvat of een stukje bloedvat uit het been gebruikt om deze verbindingen tussen slagader en ader mogelijk te maken.
Een fistel heeft ongeveer 8 weken nodig om zich te ontwikkelen tot een ader die voor dialyse geschikt is. U kunt deze ontwikkeling zelf bevorderen door te oefenen met uw hand na genezing van het litteken (bv. regelmatig knijpen in een gummibal).
Een goede toegangsweg is van levensbelang, draag er dan ook zorg voor. Hieronder volgen enkele tips om je fistel zo goed mogelijk te beschermen:
- Draag geen afklemmende kledij om stuwing of zwelling van de arm te voorkomen.
- Laat geen bloeddruk nemen of geen bloed prikken aan de fistelarm.
- Houd de arm niet te lang omhoog.
- Zorg voor een goede hygiëne:
- Houd de aanprikplaats proper
- Bij vuil, stoffig werk, aanprikplaats afdekken
- Voor het aanprikken, de fistelarm wassen met water en zeep
- Rook niet!
- Druk de aanprikplaats onmiddellijk af bij nabloeden.
- Bij roodheid, zwelling of pijn ter hoogte van de aanprikplaats: contacteer de arts.
- Controleer regelmatig of de fistel nog goed trilt. Bij twijfel: contacteer de arts.
Wanneer uw AV-fistel plots niet meer bruikbaar is (vb door een verstopping of door een infectie), kan de nefroloog een tijdelijke dialysekatheter plaatsen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Er wordt een groot bloedvat in de hals of de lies aangeprikt en een tijdelijke katheter wordt hierin opgeschoven.
Getunnelde dialysekatheter
Wanneer de aanleg van een arterioveneuze fistel (AV-fistel) niet mogelijk is of wanneer een AV-fistel reeds aangelegd is maar nog niet klaar is voor gebruik, wordt er gekozen voor een getunnelde dialysekatheter als toegangsweg. Een katheter is een holle buis die in een grote ader van de hals of borstkas geplaatst wordt en via een onderhuidse tunnel buiten het lichaam gebracht wordt.
De ingreep gebeurt onder lokale verdoving en wordt uitgevoerd door de aanwezige nefroloog. Na de plaatsing kan de katheter onmiddellijk gebruikt worden. Tijdens dialyse worden de bloedlijnen van het dialysetoestel aan de katheter gekoppeld en na dialyse wordt de katheter weer afgesloten. Een katheter is een rechtstreekse verbinding met de bloedbaan. Een infectie kan makkelijk via deze weg in het lichaam komen. Goede katheterzorg is daarom heel belangrijk.
Hieronder volgen enkele tips om de katheter zo goed mogelijk te beschermen:
- Wanneer de katheter niet wordt gebruikt, is hij afgedekt door een steriel verband. Het verband mag niet nat worden, daarom wordt baden, douchen en zwemmen afgeraden. Met een waterbestendig verband (bv. Tegaderm) kan u wel een douche nemen.
- Voorzichtigheid is geboden bij het aan- en uitkleden. Zorg ervoor dat er geen tractie op de katheter wordt uitgeoefend.
- Draag tijdens dialyse bij voorkeur kledij waarbij de katheter gemakkelijk te bereiken is.
- Als u de katheter per ongeluk zou lostrekken en u begint te bloeden, ga dan onmiddellijk platliggen en duw af ter hoogte van de insteekplaats van de katheter in de hals.
- Bescherm uw katheter bij vuil werk.
- Indien de insteekplaats van de katheter rood of pijnlijk is, indien er etterig vocht uitkomt of indien u koorts heeft, dient u steeds de verpleegkundige te verwittigen.
De katheter kan geheel of gedeeltelijk verstoppen. Soms is het nodig om een middel om klonters op te lossen (urokinase) gedurende dialyse te laten inlopen om hem zo te ontstoppen.
Wanneer uw getunnelde dialysekatheter plots niet meer bruikbaar is (vb door een verstopping of door een infectie), kan de nefroloog een tijdelijke katheter plaatsen. Dit gebeurt onder plaatselijke verdoving. Er wordt een groot bloedvat in de hals of de lies aangeprikt en een tijdelijke katheter wordt hierin opgeschoven.
Peritoneaal dialyse
Voor zover medisch verantwoord moedigen we thuisdialyse, waaronder peritoneaal dialyse aan. Uit ervaring weten we dat patiënten die thuis dialyseren zich minder ziek voelen, zelfstandiger zijn en zich meer betrokken voelen bij hun behandeling.
Om peritoneaal dialyse mogelijk te maken staat er een gespecialiseerd team van PD-verpleegkundigen voor u klaar. Zij zorgen voor informatie, opleiding en thuisbegeleiding.
Bij peritoneale dialyse (of PD) wordt het buikvlies of de peritoneale membraan gebruikt als filter. Via een zacht, plastic buisje dat in de buikholte wordt geplaatst en permanent blijft zitten, de zogenaamde PD-katheter, wordt de dialyse uitgevoerd.
Via deze katheter wordt een steriele spoelvloeistof (= dialysaat) in de buikholte gebracht. Deze vloeistof blijft een aantal uren in de buik. De afvalstoffen en het overtollig vocht in uw bloed zullen zich door het buikvlies naar de spoelvloeistof verplaatsen. De spoelvloeistof wordt dan opnieuw uit de buik verwijderd via de katheter en nieuw dialysaat wordt ingebracht. Dit noemen we een ‘wissel’. Peritoneale dialyse gebeurt thuis en kan zowel overdag als ’s nachts plaatsvinden.
Ongeveer 14 dagen na de plaatsing van de PD-katheter zal u of uw thuisverpleegkundige een opleiding krijgen via onze verpleegkundigen. Stapgewijs zal u leren om de dialysetechniek uit te voeren. Dit op uw ritme. Hierbij wordt er ook veel aandacht besteed aan de hygiëne en aan mogelijke problemen.
Een voordeel van peritoneaal dialyse is het feit dat u spoelt waar u wil (thuis, vakantie, werk, school, …). Het spoelschema wordt aangepast aan uw leefwijze. Het aanleren van de spoelingen gebeurt deels poliklinisch en deels thuis. U krijgt al het materiaal aan huis geleverd (geen financiële opleg). Wanneer u de behandeling niet zelf kan uitvoeren, kunnen uw partner of familie u helpen. De dialyse kan ook uitgevoerd worden door thuisverpleegkundigen die door ons kunnen worden opgeleid. Intensieve begeleiding met medische en verpleegkundige wachtdienst (24u/24u) is voorzien.
Beschikbare peritoneaal dialysevormen
- Continue Ambulante Peritoneale Dialyse (CAPD) is de handmatige vorm van PD waarbij gebruik gemaakt wordt van de zwaartekracht om de spoelvloeistof in en uit de buikholte te laten lopen. CAPD kan op elke propere plaats uitgevoerd worden (werk, thuis, school, op reis). Meestal moeten er drie tot vijf wissels per dag gebeuren. Een wissel duurt gewoonlijk tussen de 15-30 minuten. Dit proces moet elke dag herhaald worden.
- Automatische Peritoneale Dialyse (APD) wordt uitgevoerd met behulp van een machine, hoofdzakelijk gedurende de nacht terwijl u slaapt. Voor het slapengaan, sluit u uw katheter aan op de lijnenset van de machine en zet u de machine aan. De machine voert de wissels automatisch uit gedurende de 8 tot 10 uur die u slaapt. ‘s Morgens koppelt u zichzelf weer los van de machine.
Toegangsweg peritoneaal dialyse
Via een kleine kijkoperatie wordt er een zacht, plastic buisje in de buikholte geplaatst dat permanent blijft zitten, de zogenaamde PD-katheter. Dit gebeurt onder algemene verdoving. De dag na de operatie wordt er een radiografie gemaakt om de positie van de katheter te evalueren. Nadien gebeurt er een proefspoeling om de doorgankelijkheid van de katheter te testen. Na de proefspoeling wordt er 14 dagen gewacht om te starten met de dialyse. Zo kan de katheter goed vastgroeien en wordt er voorkomen dat er lekkage ontstaat en dat de katheter verschuift. Het is van belang dat u een 4-tal weken na de plaatsing geen zware gewichten heft.
De PD-katheter is ongeveer 15cm zichtbaar buiten de buikholte. Dit kan gemakkelijk worden weggestoken onder de kledij.
Peritonitis
U moet er rekening mee houden dat er een kans op infectie bestaat in de buikholte (= buikvliesontsteking of peritonitis) of daar waar de katheter het lichaam verlaat. Het is dus van het grootste belang om de wissels zo proper mogelijk uit te voeren, zoals u door de PD-verpleegkundige zal worden aangeleerd. Een buikvliesontsteking herken je aan het troebel worden van het spoelvocht. Meestal gaat dit gepaard met pijn in de buik, koorts, algemeen ziektegevoel, braken en diarree. U dient contact op te nemen met de PD-verpleegkundige. Er zal dan een staal van het vocht worden afgenomen voor kweek. In overleg met de nierspecialist zullen antibiotica toegediend worden via het peritoneale dialysevocht en/of in pillen.
Meestal kunnen de buikspoelingen gewoon verder gaan, maar soms kan het noodzakelijk zijn om over te schaken naar hemodialyse.
Transplantatie
Sommige patiënten komen in aanmerking voor een niertransplantatie. Bij niertransplantatie wordt een goed werkende nier overgeplant naar een patiënt met ernstig nierlijden. Meestal gaat het daarbij om nieren van overleden donoren, maar ook gezonde donoren kunnen een nier afstaan aan een familielid met nierinsufficiëntie.
Om de transplantatie maximale slaagkansen te geven, wordt de patiënt vooraf onderzocht om na te gaan of hij of zij geschikt is om een transplantatie te ondergaan. Alle orgaansystemen worden daarbij onderzocht om na te gaan of er eventuele problemen zijn die vóór de transplantatie moeten worden opgelost. Bij aanwezigheid van kanker, een infectie, ernstige hart- en vaatziekten of gebrekkige therapietrouw wegen de voordelen van een niertransplantatie niet op tegen de nadelen.
Een niertransplantatie verloopt niet gepland (tenzij bij levende donatie), maar gebeurt op het moment dat een “passende nier” ter beschikking komt. Dit betekent dat er in afwachting ook hemodialyse of peritoneale dialyse kan nodig zijn.
Om de beschikbare nieren zo efficiënt en eerlijk mogelijk te verdelen doen we in België een beroep op Eurotransplant. Deze internationale organisatie centraliseert vraag (de patiënten op de wachtlijst) en aanbod (de beschikbare organen van overleden donoren). Als voor een bepaalde patiënt een nier beschikbaar is, wordt de patiënt opgeroepen naar het transplantatiecentrum. De nier wordt naar het centrum gebracht. Als de nier van goede kwaliteit is en voldoende past, kan de ingreep plaatsvinden.
Een niertransplantatie duurt ongeveer tweeënhalf uur. Indien na de transplantatie geen specifieke medicamenteuze behandeling wordt opgestart, zal het afweersysteem proberen om de getransplanteerde nier aan te vallen en te vernietigen. Dit noemt men een afstoting. Om de kans op afstoting zo klein mogelijk te maken, wordt na de niertransplantatie medicatie gegeven om het afweersysteem te onderdrukken. Na een niertransplantatie is een levenslange behandeling met deze immuun onderdrukkende medicatie noodzakelijk om afstoting van de nier te voorkomen.
Voor transplantatie zijn we verbonden aan het universitair ziekenhuis van Gent. Slechts een beperkt aantal ziekenhuizen kan een niertransplantatie uitvoeren. Het UZ Gent heeft een ruime expertise op dat vlak, zowel wat betreft uitwerking, uitvoering als opvolging. In het UZ Gent worden jaarlijks een 100-tal niertransplantaties uitgevoerd met zeer goede resultaten.
Indien de toestand van de patiënt het vereist, kunnen ook gecombineerde transplantaties uitgevoerd worden zoals lever/nier en hart/nier. Bij patiënten met diabetes mellitus wordt er soms voor gekozen om samen met de nier ook een pancreas te transplanteren. Bij pancreas/niertransplantatie wordt dus ook de suikerziekte behandeld.
Contact
Poli Nefrologie, UZ Gent
Ingang 12 (gebouw K12), gelijkvloers - route 1231
09 332 45 09
nefrodia@uzgent.be
Conservatieve houding
Transplantatie is helaas niet voor iedereen mogelijk, dialyse meestal wel, maar is een ingrijpende behandeling. Voor sommige patiënten kan een conservatieve behandeling waarbij men beslist om niet te starten met dialyse ook een goede keuze zijn. Nadenken over de keuze om niet te starten met dialyse kan moeilijk zijn. Het is een keuze die u gelukkig niet alleen hoeft te maken. Uw naaste omgeving, zoals uw partner en familie, betrekken wij graag bij het maken van die keuze.
Bij een conservatieve behandeling zal de behandeling gericht zijn op het zo lang mogelijk behouden van de restnierfunctie en het verzachten van de klachten. De ophoping van vocht en afvalstoffen in het bloed wordt zo veel mogelijk tegengegaan door medicijnen en dieetmaatregelen.
Op een gegeven moment kan de nierfunctie zodanig verminderd zijn, dat klachten zoals toenemende slaperigheid, kortademigheid en algemene ongemakken de overhand nemen. Het lichaam vergiftigt zichzelf zodat overlijden helaas niet meer te voorkomen is. Meestal raken patiënten langzaam in coma, waarna het door afvalstoffen verzwakte hart, uiteindelijk zal stoppen. Dit proces kan dagen, weken of maanden duren en is afhankelijk van de restfunctie van de nieren. Zowel de patiënt als de directe omgeving kan rekenen op onze hulp en steun. Zo gewenst kan de hulp van onze psycholoog ingeroepen worden om U en uw naasten te begeleiden. Ook het palliatief supportteam kan betrokken worden om de klachten zo goed mogelijk op te vangen met aangepaste medicatie.
Als er spijt is van de genomen beslissing, kan in tweede tijd nog steeds gekozen worden om alsnog dialyse op te starten. Dit kan besproken worden met de nierspecialist of de verpleegkundigen.