Onderzoeken

Aortografie

De aortografie is een contrastonderzoek van de hoofdslagader of aorta, de grootste slagader in het lichaam die ontspringt uit de linkerhartkamer. Dit onderzoek zal meestal aansluitend worden verricht aan de hartkatheterisatie, waarbij via een speciaal ontworpen buisje (of `pigtail`-katheter) door middel van contrast en röntgenstralen de hoofdslagader in beeld kan worden gebracht. De voorbereiding en uitvoering van het onderzoek is identiek aan deze van de hartkatheterisatie met dezelfde toegangsweg via de slagader in de pols of lies. Door middel van aortografie kan de cardioloog de diameter van de hoofdslagader bepalen en nagaan of er al dan niet sprake is van een verbreding (of aneurysma). Anderzijds kan tijdens dit onderzoek ook worden nagegaan of de klep tussen de linkerhartkamer en de hoofdslagader (de aortaklep) geen lekken vertoont.

Echografie

Bij echografie wordt er gebruik gemaakt van ultratone geluidsgolven om de weefsels en bloedstroom in beeld te brengen. Dit is dus een voor u onschadelijk onderzoek. We gebruiken echografie voor de onderstaande toepassingen.

Transthoracale Echocardiografie

Indicatie

Quasi alle cardiologische aandoeningen hebben baat bij een transthoracale echografische evaluatie van het hart:

  • hartfalen (beoordelen en opvolgen van de samentrekkingsfunctie van het hart, zoeken naar de oorzaak bv. hartkleplijden of overdruk in de longbloedvaten, …).
  • hoge bloeddruk (beoordelen van de orgaanschade onder de vorm van verdikking van de hartspier).
  • hartkleplijden (beoordelen van de ernst van de vernauwing of lek en de weerslag op het hart).

Techniek

U draait op de linkerzijde, er worden klevers (elektroden) op de rug of de buik geplaatst die het hartritme tijdens het onderzoek registreren. De cardioloog plaatst de echoprobe tegen de borstkas (= transthoracaal), met op de probe wat gel om het geluid beter te geleiden. Op verschillende plaatsen op de borstkas worden de hartspier, de hartkleppen en de bloedstroomsnelheid gemeten.

Voorbereiding

Er is geen specifieke voorbereiding voor dit onderzoek. U moet hiervoor niet nuchter zijn. Al uw dagelijkse medicatie mag worden ingenomen. Dit onderzoek kan zowel via een speciale afspraak op het EchoLab worden uitgevoerd, als tijdens de algemene raadplegingen bij uw cardioloog.

Nazorg

Er is geen specifieke nazorg voor dit onderzoek.

Dobutamine Stress Echocardiografie

Indicatie

Uw hart wordt met medicatie onder stress gezet: het gaat sneller kloppen en de samentrekkingsfunctie wordt gestimuleerd met een medicijn dat via een infuus wordt toegediend: dobutamine. Dit onderzoek wordt door uw behandelend cardioloog aangevraagd en wordt uitgevoerd in het EchoLab voor volgende indicaties:

  • opsporen van zuurstoftekort aan het hart bij inspanning:
    • als u geen maximale fietstest kan uitvoeren wegens problemen aan de benen, bloedvaten, rug, zenuwstelsel.
    • als het elektrocardiogram bij een fietstest niet kan geïnterpreteerd worden bv. bij geleidingsstoornissen.
  • beoordelen van de ernst van aortaklepvernauwing in speciale omstandigheden (low-flow low-gradient).

Techniek

U neemt plaats op de tafel in het EchoLab. Er wordt een infuus geplaatst in de voorarm. U draait op de linkerzijde, er worden klevers (elektroden) op de rug en de buik aangebracht die het hartritme tijdens het onderzoek registreren. U krijgt tevens een bloeddrukmeter aangelegd. De cardioloog plaatst de echoprobe tegen de borstkas en dit op verschillende plaatsen om de samentrekkingsfunctie van de hartspier te beoordelen. Deze opnames dienen als referentie tijdens het hele onderzoek. Dan wordt er gestart met de dobutamine-infusie volgens het protocol van de Europese Richtlijnen. Er worden op verschillende tijdstippen beelden gemaakt van het hart tijdens stress en in de rustfase na stop van het medicijn. Deze worden vergeleken om zones met zuurstoftekort op te sporen. Onmiddellijk na de test krijgt u het resultaat van het onderzoek.

Voorbereiding

U dient nuchter te zijn voor dit onderzoek. Uw behandelend cardioloog zal u tevens aangeven welke medicatie u de dag voor en de dag van het onderzoek niet mag innemen: geen betablockers en geen calciumantagonisten want deze verstoren het resultaat van het onderzoek (vals normaal).

Nazorg

Er is geen specifieke nazorg voor dit onderzoek. U mag na het onderzoek weer al uw gewone medicatie hervatten. U mag onmiddellijk na het onderzoek eten en drinken.

Transesofageale Echocardiografie

Indicatie

De beeldvorming via de slokdarm is superieur aan de beeldvorming via de borstkas aangezien het hart vlak tegen de slokdarm ligt en er dus geen storing is door de tussenliggende long en borstkaswand. We gebruiken dus dit onderzoek wanneer een zeer nauwkeurige beeldvorming noodzakelijk is, bv.:

  • uitsluiten van bloedklonters in het hart voorafgaand aan een cardioversie (terug regelmatig maken van het hart bij ritmestoornissen waardoor klonters kunnen loskomen uit het hart).
  • beoordelen van de hartkleppen bij vermoeden van endocarditis: ontsteking van de binnenkant van het hart door bacteriën, schimmels, …
  • beoordelen van de ernst en het mechanisme van hartklepaandoeningen om de indicatie tot heelkunde te bepalen en de manier van chirurgisch herstel of vervanging te begeleiden.

Techniek

U neemt plaats op de tafel in het EchoLab. Er wordt een infuus geplaatst in de voorarm. De keel wordt verdoofd met een verdovende gel. U draait op de linkerzijde. Er wordt een bijtblokje geplaatst tussen de tanden. De echoprobe voor dit onderzoek is geen staafje maar een flexibele slang met de dikte van een pink. Deze wordt via het bijtblokje in de mond geschoven, en u dient deze slang in te slikken.  Op enkele minuten tijd worden alle benodigde beelden opgenomen, en de speciale analyses gebeuren offline na het onderzoek om de duur voor u zo kort mogelijk te houden.

Uitzonderlijk heeft u een heel uitgesproken braakreflex bij het inbrengen van de echoprobe. In deze gevallen krijgt u een slaapmedicament ingespoten via het infuus. U mag dan niet zelf terug naar huis rijden.

Voorbereiding

U dient minstens 4 uur nuchter te zijn voor dit onderzoek want de echoprobe wordt in de slokdarm ingebracht.

Nazorg

U mag nog tot 1 uur na het onderzoek niet eten of drinken. Na 1 uur mag u proberen te slikken met wat water, als u zich niet verslikt mag u eten. Uw keel is immers verdoofd met een lokaal verdovingsmiddel.

Duplex Halsvaten 

Indicatie

Dit onderzoek wordt bijvoorbeeld uitgevoerd:

  • bij personen na een beroerte als deel van de zoektocht naar de oorzaak van de beroerte: aderverkalking, volledige verstopping of een scheur van het bloedvat.
  • als voorbereiding op hartheelkunde: er mogen dan immers geen belangrijke vernauwingen zijn van de halsbloedvaten, dit om zuurstoftekort aan de hersenen te vermijden.
  • als bijkomende inschatting van het globale cardiovasculaire risico naast de klassieke factoren zoals roken, diabetes, cholesterol: de intima-mediadikte wordt gemeten, dit maakt deel uit van de bloedvatwand.

Techniek

U neemt plaats op de echotafel en u maakt de hals vrij. Er worden berschermende doekjes op uw kleding geplaatst. De cardioloog plaatst de echoprobe met wat gel erop tegen uw hals, en meet de eventuele verkalking in de bloedvaten, de dikte van de bloedvatwand en de bloedstroomsnelheid in de halsbloedvaten.

Voorbereiding

Er is geen specifieke voorbereiding voor dit onderzoek. U moet niet nuchter zijn en u mag al uw gewone medicatie innemen. Het onderzoek gaat door via een speciale afspraak op het EchoLab of tijdens de raadpleging bij uw behandelend cardioloog.

Nazorg

Er is geen specifieke nazorg voor dit onderzoek.

Elektrocardiogram

Een elektrocardiogram of ECG is een registratie van de elektrische activiteit van de hartspier. Verschillende elektroden worden geplaatst op de borstkas, ter hoogte van de hartstreek. Het ECG-toestel levert het hartfilmpje. Uit een ECG is veel informatie te krijgen over de werking van de hartspier. Dit zowel over stoornissen in het hartritme als over zuurstoftekort van de hartspier.

Elektrofysiologisch onderzoek

Een elektrofysiologisch onderzoek (ook wel afgekort ‘EFO’) is een inwendig onderzoek waarbij elektrokatheters via een ader naar het hart worden opgeschoven. Meestal wordt het uitgevoerd onder lokale verdoving. Via de katheters wordt de elektrische activiteit in het hart gemeten en kan beoordeeld worden of de elektrische geleiding in het hart afwijkend is. Ook kunnen via de katheters elektrische prikkels toegediend waardoor ritmestoornissen kunnen opgewekt worden.

FFR-meting

Wanneer de cardioloog bij een hartkatheterisatie één of meerdere vernauwingen in de kransslagaders in beeld brengt wil dit niet meteen zeggen dat er een behandeling met ballon/stent(s) of chirurgie noodzakelijk is. Enkel deze vernauwingen die belangrijk genoeg zijn om zuurstoftekort van de hartspier te veroorzaken dienen dergelijke behandeling te ondergaan. De FFR-meting (`Fractional Flow Reserve`) laat de cardioloog toe om tijdens de hartkatheterisatie na te gaan welke vernauwingen daadwerkelijk een zuurstoftekort teweeg brengen. De meting gebeurt via het buisje (of katheter) waarmee de kransslagaders in beeld worden gebracht. Een fijne sonde wordt via de katheter tot voorbij de vernauwing gebracht waarbij drukmetingen plaatsvinden na het toedienen van een vaatverwijdend middel. Op basis van de drukmeting voor en na de vernauwing kan de cardioloog het belang ervan beoordelen. Dergelijke metingen laten toe een optimale beslissing te nemen voor de patiënt, hetzij met medicatie, hetzij met een behandeling met ballon/stent(s) of chirurgie. Regelmatig vindt er overleg plaats (in het `hartteam’) over welke behandeling de voorkeur geniet.

Hartkatheterisatie

De hartkatheterisatie of coronarografie is een onderzoek waarbij de cardioloog in een steriele omgeving door middel van een fijn, buigzaam slangetje via de slagader beelden maakt van de kransslagaders of coronaire bloedvaten van het hart. Het slangetje (of katheter) wordt naar binnen gebracht onder lokale verdoving via de slagader in de pols of lies waarna de kransslagaders zichtbaar kunnen worden gemaakt door het injecteren van contrastvloeistof en het gebruik van rontgenstralen. Tijdens dit onderzoek worden dikwijls ook beelden gemaakt van de linkerkamerfunctie om na te gaan of deze al dan niet afwijkend is en beoordeelt men ook de werking van de twee hartkleppen aan de linkerzijde van het hart. Het maken van de beelden van de kransslagaders laat de cardioloog toe te oordelen of er al dan niet vernauwingen aanwezig zijn. Bij ernstige vernauwing(en) kan zelfs besloten worden om tijdens dezelfde procedure een behandeling te voorzien met een ballon en/of stent. In sommige situaties zijn vernauwingen niet ernstig waarbij een behandeling met medicatie volstaat, in andere situaties komen vernauwingen niet in aanmerking voor een ingreep met ballon of stent en dient een chirurgische ingreep door middel van overbruggingen overwogen te worden.

De hartkatheterisatie is een onderzoek dat een 30-tal minuten in beslag neemt en eventueel wat verlengd zal worden als er een bijkomende ingreep wordt verricht.

Holter en Event recorder

Een Holter-elektrocardiogram, ook wel een ‘Holter-monitor’ of kortweg ‘Holter’ genoemd, is vernoemd naar zijn uitvinder dr. Norman Holter. Het is een draagbaar apparaat dat gebruikt wordt om continu de elektrische activiteit van het hart te meten. De meeste apparaten nemen 24 uur op, maar langer is ook mogelijk. Er bestaan ook toestelletjes waarbij een registratie van het hartritme kan gebeuren op commando van de patiënt (‘event recorder’).

Net als een standaard elektrocardiogram registreert een Holter elektrische signalen van het hart via een aantal elektroden die op de borst geplakt worden. Het aantal en de positie van de elektroden hangt af van het model. Deze elektroden zijn verbonden met een klein kastje dat aan de riem of aan een nekkoord gedragen wordt en verantwoordelijk is voor het registreren van de signalen.

Inspanningselektrocardiogram

Een inspannings-elektrocardiogram, ook wel een ‘fietstest’ of ‘looptest’ genoemd, is een elektrocardiogram dat wordt afgenomen terwijl de patiënt een lichamelijke inspanning verricht. Het heeft als doel om stoornissen van het hart op te sporen die door de inspanning worden uitgelokt of verergerd. Meestal gaat het om myocardischemie (onvoldoende doorbloeding van de hartspier ten gevolge van vernauwingen van de kransslagaders), maar soms ook om hartritmestoornissen.

De aard van de inspanning varieert: meestal wordt er op een ergometer (een hometrainer die nauwkeurig instelbaar is op bepaalde vermogens) gefietst, maar soms wordt ook gebruikgemaakt van een lopende band die sneller en steiler kan worden gezet.

IVUS (IntraVascular UltraSound)

De IVUS techniek laat de cardioloog toe om echografische beelden te maken in de kransslagader. Op deze manier is het mogelijk vernauwingen gedetailleerd te beoordelen naar hun ernst, lengte en complexiteit. IVUS kan ook worden gebruikt na het verrichten van een behandeling met een stent ter hoogte van een vernauwing om het uiteindelijke resultaat te beoordelen.

Het verrichten van een IVUS onderzoek vindt plaats tijdens de hartkatheterisatie waarbij onder lokale verdoving via de slagader in de pols of lies een soepel buisje (of katheter) tot aan de kransslagader wordt gebracht. De cardioloog brengt een fijn draadje tot in de kransslagader waarover de IVUS sonde wordt opgevoerd waarna de echografische beelden worden gemaakt.

Kanteltafeltest of tilttest

Een tilttest is een onderzoek dat verricht wordt bij mensen die vaak flauwvallen. Een frequente oorzaak hiervan is het te fel zakken van de bloeddruk, soms gepaard gaande met een vertraging van het hartritme. De patiënt wordt op een horizontale tafel geplaatst, die in een hoek van 60° geplaatst wordt. Gedurende ongeveer 45 minuten worden de bloeddruk en het hartritme continu gevolgd. Indien de test afwijkend is, kan de patiënt het gevoel hebben flauw te vallen. Als dit gebeurt, wordt de tafel onmiddellijk horizontaal geplaatst en komt de patiënt snel bij.

Looprecorder

Een ‘looprecorder’ is een implanteerbare hartritmemonitor. Dit kleine toestelletje (de grootte van een USB-stick) wordt onderhuids ingebracht bij de patiënt, vlakbij het linkersleutelbeen. Het voordeel van deze looprecorder is dat het continu het hartritme monitort en eventuele bijzonderheden registreert. De looprecorder kan ook door de patiënt zelf geactiveerd worden op het moment dat hij of zij klachten voelt. Het toestel wordt uitgelezen tijdens de consultatie.

Pericardpunctie

Het pericard of hartzakje is een dun vlies dat zich rondom het hart bevindt. In bepaalde situaties kan het hartzakje gevuld zijn met vocht of bloed en druk uitoefenen op de hartholtes. Soms kan het daarom noodzakelijk zijn om het hartzakje aan te prikken en het vocht te verwijderen, enerzijds om klachten te verlichten, anderzijds om via een analyse van het vocht tot een diagnose te komen.

De pericardpunctie wordt verricht in steriele omstandigheden waarbij de cardioloog met behulp van rontgenstralen en/of echografie het hartzakje aanprikt met een naald. De naald wordt ingebracht via de huid net onder het borstbeen onder lokale verdoving. Afhankelijk van de hoeveelheid vocht in het hartzakje kan de cardioloog beslissen om eventueel tijdelijk een buisje (of katheter) achter te laten om de achtergebleven hoeveelheid vocht te laten afvloeien.

Rechterhartkatheterisatie

De rechterhartkatheterisatie is een onderzoek dat net als de klassieke hartkatheterisatie wordt verricht in een steriele omgeving. Onder lokale verdoving wordt via de ader in de lies een soepel buisje via de rechterzijde van het hart tot in de longslagader opgevoerd. Het buisje dat bij deze procedure wordt gebruikt noemt men de Swan-Ganz katheter en laat toe bloeddrukken te meten aan de rechterzijde van het hart waarbij informatie bekomen wordt in situaties van hartfalen, kleplijden of zelfs onderliggende longproblemen.

In vele gevallen zal de rechterhartkatheterisatie samen worden verricht met de klassieke hartkatheterisatie tijdens dezelfde procedure.

Selectieve arteriografie

De selectieve arteriografie is een onderzoek waarbij de cardioloog via een soepel buisje (of katheter) langs de slagader in de pols of lies door middel van contrast en röntgenstralen een specifieke slagader in beeld wenst te brengen.

Het gaat daarbij meestal om de slagaders van de nieren of deze gelegen onder de sleutelbeenderen om na te gaan of er sprake is van vernauwingen en deze eventueel te behandelen door middel van een stent. De voorbereiding en het verloop van de procedure is identiek aan deze van de hartkatheterisatie.

Ergospirometrie

Tijdens de ergospirometrie wordt een fietstest verricht waarbij ook de uitgeademde gassen (O2 en CO2) gemeten worden via een mondmasker.

Dit is een dynamisch functioneel onderzoek in de cardiologie die ons belangrijke informatie levert omtrent:

  • algemene conditie.
  • mogelijkheden van het hart om de hartfrequentie te laten oplopen bij inspanningen.
  • al dan niet ritmestoornissen en/of O2-gebrek ter hoogte van de hartspier.
  • oorzaken van kortademigheid (cardiaal, pulmonair, gemengd, deconditionering, onvoldoende mogelijkheid om maximale inspanning te leveren wegens diverse redenen).

Beperkingen van de test

  • Patiënt moet kunnen fietsen.
  • Soms wordt het masker niet verdragen bij personen met claustrofobie.

Belangrijke voordelen zijn

  • Het niet-invasief karakter
  • Goedkoop
  • Vrij betrouwbaar

Deze test dient ook als basis om een aangepast traningsprotocol op te stellen in het kader van hartrevalidatie na een cardiaal event (hartinfarct, coronaire stent, bypasschirurgie, klepvervanging).

 

Voorbereiding

  • Breng gemakkelijke kledij en schoeisel mee.
  • Liefst niet eten of roken 2 à 3 uur voor de test.
  • Breng steeds de lijst mee van uw medicatie.