Schildklierscintigrafie
Overzicht
Uw behandelend geneesheer heeft u naar de dienst nucleaire geneeskunde doorverwezen voor een schildklierscintigrafie. Andere benamingen voor dit onderzoek zijn een schildklierscan.
Een schildklierscintigrafie wordt o.a. uitgevoerd bij afwijkende schildkliertesten in het bloed, bij een vergrote schildklier of bij mogelijke knobbels in de schildklier.
Verloop onderzoek
Het is belangrijk te weten dat dit onderzoek veilig en pijnloos verloopt.
- Voorbereiding
Voor dit onderzoek is geen voorbereiding nodig. U hoeft niet nuchter te zijn.
Het gebruik van jodiumhoudende medicijnen (sommige soorten hoestdrank) of voedsel (zeewier, zeevis) kan het resultaat van de schildklierscan beïnvloeden. Dit geldt ook wanneer u recent een röntgenonderzoek (CT) heeft gehad, waarbij een contrastproduct werd toegediend. Verder kunnen bepaalde medicijnen, zoals schildklierhormoon-tabletten en schildklierfunctie-onderdrukkende medicijnen, een invloed hebben op de scan. Uw arts vertelt u precies welke medicijnen u tijdelijk niet mag innemen.
- Inschrijving onthaal
Bij aankomst in het ASZ laat u zich eerst inschrijven bij het onthaal. Breng uw identiteitskaart mee. Vervolgens begeeft u zich naar de dienst nucleaire geneeskunde.
- Inschrijving nucleaire geneeskunde
U meldt zich aan bij het secretariaat nucleaire geneeskunde. Hier dient u uw klevers en de verwijsbrief van de arts af te geven.
- Het onderzoek
U krijgt door middel van een injectie in een bloedvat van de arm(elleboog of hand) een kleine hoeveelheid radioactieve stof toegediend. Die stof verplaatst zich doorheen de bloedvaten naar de schildklier.
We respecteren een wachttijd van 15 minuten zodat het product zich goed kan opstapelen in de schildklier. Die wachttijd kan u doorbrengen in de wachtzaal van de dienst. Na de wachttijd worden de opnamen gemaakt.
Er zijn twee types van opnamen mogelijk:
- Detailopnamen.
- Tomografische opnamen (SPECT-opnamen)
Het maken van de beelden neemt ongeveer 30 minuten in beslag. Er wordt meestal gestart met een detailopname van de schildklier. Hierbij ligt u in ruglig op de onderzoekstafel tussen twee detectoren (boven en onder u). De bovenste detector zal zeer dicht bij u komen, maar u niet raken. Het is belangrijk om zo weinig mogelijk te bewegen.
Bij tomografische opnamen zullen de detectoren van de camera draaien rondom uw hals. Soms worden er nog aanvullende CT-beelden gemaakt (dan spreekt men van een SPECT-CT onderzoek).
Elke opname kan meteen worden afgebroken mocht u onwel worden. Waarschuw de verpleegkundigen zo u claustrofoob bent.
- Na het onderzoek
Indien u niet in het ziekenhuis opgenomen bent, kan u nadien uw normale bezigheden hervatten en mag u een wagen besturen.
Resultaat van het onderzoek
Een arts van de dienst nucleaire geneeskunde beoordeelt de kwaliteit van het onderzoek voor u de afdeling verlaat. Na het onderzoek wordt een verslag opgemaakt voor de behandelende arts die u ook het resultaat zal meedelen en indien nodig de gepaste therapie zal starten
Resultaat van het onderzoek met consultatie van onze arts-specialist in nucleaire geneeskunde
Na het onderzoek krijgt u een korte consultatie van onze arts-specialist in de nucleaire geneeskunde en worden u de eerste resultaten meegedeeld. Het kan zijn dat onze arts-specialist nog bijkomende onderzoeken aanvraagt. Wanneer al deze resultaten gekend zijn, wordt een verslag opgemaakt voor de behandelende arts die u ook het resultaat zal meedelen en indien nodig de gepaste therapie zal starten.
Indien u bij het verlaten van de dienst uw verslag wenst mee te nemen, bijvoorbeeld omdat u het dezelfde dag nog nodig hebt, meld dit dan aan de verpleegkundige.
U krijgt ook de dag van het onderzoek een document mee met een code. Hiermee kan u later de resultaten van uw onderzoek online raadplegen via Pacsonweb. Hoe u dat kan doen staat uitvoerig op het document beschreven.
Veiligheid en straling
Het idee dat u een radioactieve stof krijgt toegediend, kan bij u vragen oproepen. Deze reactie is zeer begrijpelijk maar niet terecht. De stof zendt slechts een korte tijd straling uit en is na 12 uur praktisch volledig uit het lichaam verdwenen.
U noch uw begeleider of familieleden lopen enig risico. U kan dus na het onderzoek normaal omgaan met volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar. Wij adviseren wel om kinderen jonger dan 12 jaar niet langer dan een half uur bij u op de schoot te nemen gedurende de eerste 12 uur na de inspuiting. Spelen, eten geven, verschonen en andere dagelijkse bezigheden vormen geen probleem. Ook beperkt u best het contact met zwangere vrouwen gedurende de eerste 12 uur.
Vanaf 12 uur na het onderzoek kan u weer alles doen wat u gewend bent. De radioactieve stof is dan praktisch volledig uit uw lichaam verdwenen.
Zwanger?
Als u mogelijk zwanger bent, dient u dit zeker te melden. Afhankelijk van de dringendheid van het onderzoek en het stadium van de zwangerschap kan eventueel besloten worden om het onderzoek uit te stellen
Borstvoeding?
Als u borstvoeding geeft en u ondergaat een schildklierscintigrafie, dan zal een kleine fractie van de radioactieve stof in de moedermelk doordringen. Het is aangeraden de borstvoeding gedurende 24 uur te onderbreken. U kan desgewenst de afgekolfde melk gedurende een periode van minstens 3 dagen in de diepvries bewaren in de gebruikelijke, daartoe voorziene steriele zakjes. Na deze periode is elk spoor van radioactiviteit spontaan uit de ingevroren melk verdwenen en kan de baby er zonder risico van drinken.
Omwille van het langdurige, nauwe contact tijdens de voedingsbeurten is het echter beter om de melk tijdelijk af te kolven en de baby, indien mogelijk, gedurende 1 dag door anderen te laten voeden.
Hebt u nog vragen?
Neem gerust contact op met ons
Dienst nucleaire geneeskunde A.S.Z.
- Campus Aalst 053 76 49 87
- Campus Geraardsbergen 054 43 21 06
- Campus Wetteren 09 368 82 95