Na de bevalling
Overzicht
Soms is er een kinderarts aanwezig bij de geboorte, onder andere bij kunstverlossing, prematuriteit of als baby stoelgang gemaakt heeft in het vruchtwater. In de mate van het mogelijke kijken zij uw baby na in de verloskamer, zodat jullie niet gescheiden worden. Soms is een opname op neonatologie nodig. In dat geval kunt u naar uw baby zodra u op de kraamafdeling bent opgenomen.
Wanneer alles goed gaat met u en uw baby, legt de vroedvrouw uw baby onmiddellijk na de geboorte op uw buik. Dit huid-huidcontact helpt uw baby zich aan te passen en heeft tal van voordelen.
Verzorging na keizersnede
De verzorging na een keizersnede is anders dan na een normale vaginale bevalling. De dag van de keizersnede is uw mobiliteit beperkt door een infuus, blaassonde, operatiewonde en eventuele epidurale pijnpomp. Wij raden aan om de voeten en de benen voldoende te bewegen in bed om de bloedcirculatie te bevorderen en het risico van flebitis (aderontsteking) te verminderen.
De volgende dag kan u zelf proberen opstaan. U zal merken dat u stilletjes aan elke dag wat meer kan. Doe het in elk geval rustig aan en ondersteun uw wonde met beide handen. Het is belangrijk om voldoende rust te nemen.
De vroedvrouwen zullen u helpen met uw hygiënische verzorging. Het verband wordt enkel verwisseld bij bevuiling en na het douchen. Het verwijderen van de hechtingen gebeurt op advies van de gynaecoloog.
Verdere informatie over een keizersnede vindt u in de informatiebrochures ‘Keizersnede’ en ‘Keizersnede, informatie voor de partner’.
Het normale kraambed
Het kraambed is de periode waarin het lichaam herstelt en terugkeert naar de toestand vóór de zwangerschap. Het kraambed start bij de geboorte en duurt ongeveer 6 weken. Vroedvrouwen en verpleegkundigen zullen u tijdens uw verblijf op de kraamafdeling informeren en begeleiden bij de verzorging van uzelf en uw baby.
We bespreken alvast enkele belangrijke topics
Bloedverlies en naweeën
Bloedverlies na de bevalling is normaal. De hoeveelheid is de eerste dagen te vergelijken met hevige maandstonden. De bloedingen verminderen dagelijks. Na 1 à 2 weken is het verlies nog eerder roodbruin. Opgelet dit kan soms wel lang aanslepen (tot 6 weken).
Weeën of contracties kunnen ook optreden na de bevalling. Zij zorgen ervoor dat de baarmoeder goed samentrekt en op die manier vlug terugkeert naar de toestand van voor de bevalling. Soms gaat dat gepaard met pijn. U kan hiervoor een pijnstiller krijgen. De vroedvrouw controleert de evolutie van de baarmoeder en het bloedverlies.
De knip (episiotomie)
Tijdens de bevalling kan de gynaecoloog beslissen een knip te geven. De knip en/of scheur worden gehecht met verteerbare draadjes. De wonde zal de eerste dagen worden gespoeld. Bij last kan ijs of een pijnstiller soelaas brengen.
Aambeien (hemorroïden)
Aambeien kunnen al tijdens de zwangerschap ontstaan en kunnen toenemen als gevolg van de bevalling. Een specifieke behandeling wordt in overleg met uw behandelend arts ingesteld (medicatie, zalf, suppo’s, ijs, laxerende voeding).
Gewicht
De terugkeer naar uw gewicht van voor de zwangerschap hangt af van het aantal kilo’s dat u bent aangekomen, uw eetgewoonten en uw sport en/of beweging. Het geven van borstvoeding helpt u uw oorspronkelijke gewicht sneller te bereiken.
Bloedonderzoek
De tweede dag na de bevalling zal een routine bloedonderzoek worden uitgevoerd om bloedarmoede op te sporen.
Medicatie
- Aan vrouwen met een rhesus-negatieve bloedgroep die een pasgeborene hebben die rhesus-positief is, wordt na de bevalling een inspuiting (antiD-immunoglobulines) toegediend.
- Vitaminen en ijzerpreparaten worden toegediend in overleg met uw behandelend arts.
- Indien u geen borstvoeding wenst te geven, wordt u in opdracht van de behandelend arts een lactatieremmer gegeven.
- Bij pijn wordt na medisch advies medicatie toegediend.
Rust en mobilisatie
Het verblijf op de kraamafdeling is bedoeld om de rust van de jonge moeder te garanderen. Rust zal deels individueel ingevuld moeten worden. Veel zal afhangen van de aard van de bevalling en uw eigen ingesteldheid. Vandaar dat wij ons ook strikt wensen te houden aan de vooropgestelde bezoekuren om uw rust te garanderen. Mocht u behoefte hebben aan meer rust, kunt u gebruik maken van de bordjes die u terugvindt in uw nachtkastje.
Bovendien is mobilisatie belangrijk. Wanneer de bevalling normaal is verlopen, mag u opstaan zodra u dat zelf wilt. Vroegtijdige mobilisatie stimuleert de circulatie, de maag- en darmwerking en ook de gemoedstoestand. Het is belangrijk dat u bij het eerste opstaan niet alleen bent omdat er kans op duizeligheid bestaat.
Tromboprofylaxie
Wanneer preventie van trombose en/of flebitis nodig is tijdens uw verblijf (bvb. keizersnede, trombose in voorgeschiedenis,...) zal u hierover geïnformeerd worden door uw gynaecoloog. Dit bestaat vaak uit mobilisatie, TEDkousen en medicatie.
Postnatale kinesitherapie
Postnatale kinesitherapie na een gewone bevalling wordt enkel bij problemen en op doktersadvies voorgeschreven. De aandacht gaat dan voornamelijk naar mobilisatie. Zes weken na de bevalling is het voor jonge moeders belangrijk postnatale oefeningen te volgen. Die oefeningen zijn op lange termijn een belangrijke schakel in de preventie van urineverlies (incontinentie) en verzakkingen (blaas en baarmoeder).
Babyblues
De geboorte van uw baby is een ingrijpende gebeurtenis. Stress, opwinding, angst, blijdschap,vermoeidheid, ... wisselen elkaar af. Al die gevoelens kunnen aanleiding geven tot plotse en onverklaarbare huilbuien, ook gekend als ‘de babyblues’. U dient deze huilbuien niet te onderdrukken, laat de tranen gerust even stromen.
In deze situatie is rust zeer belangrijk. Het is belangrijk om er met uw partner over te kunnen praten. Wederzijdse steun en begrip maken immers alles veel eenvoudiger.
Seksualiteit en contraceptie
De gynaecoloog zal op de controleraadpleging, zes weken na de bevalling, de verschillende mogelijkheden van anticonceptie met u bespreken.
Controle en verzorging van je baby
Controle door de kinderarts
Tijdens het eerste bezoek van de kinderarts wordt jouw baby onderzocht. Gedurende jouw verblijf op de kraamafdeling komt de kinderarts langs. Je kan dan eventuele vragen voorleggen. Vooraleer je naar huis gaat, wordt jouw kindje nogmaals onderzocht. De pediater zal een afspraak maken voor een eerste controle (tussen 2 en 4 weken na geboorte). Je kan bij jouw kinderarts ook terecht voor de opvolging van de algemene groei van je kindje, vaccinaties, voedingsproblematiek, etc.
Geel zien
Fototherapie
De dokter, de vroedvrouw/verpleegkundige of uzelf merkt op dat de baby geel ziet.
Wat betekent dit?
Tijdens het leven in de baarmoeder heeft het kind foetale rode bloedcellen. Na de geboorte, wanneer de longen beginnen te werken, worden alle foetale rode bloedcellen vervangen door volwassen rode bloedcellen. Bij de afbraak van die foetale rode bloedcellen wordt bilirubine als afbraakproduct vrijgesteld. Deze bilirubine, een geel pigment, kunnen door de lever niet altijd voldoende worden uitgescheiden. Daardoor stijgt de concentratie ervan in het bloed en krijgt de huid een gele kleur. De baby heeft dan icterus of geelzucht. Dit komt zeer vaak voor en is een normaal verschijnsel. De bilirubinewaarde wordt vastgesteld aan de hand van een bilimeter en/of een bloedafname.
Wanneer het bilirubine binnen bepaalde grenzen blijft, is dit geen ziekte en verdwijnt de gele kleur spontaan. Indien het bilirubinegehalte te hoog is, zal er fototherapie worden toegepast. Dit gebeurt op de patiëntenkamer bij de mama. De baby ligt dan op een speciaal bedje met een ingebouwde lamp. Bij hogere waarden wordt de baby overgebracht naar de dienst neonatologie waar de baby naakt (in de pamper) onder een blauwe lamp wordt gelegd. Hoe groter het blootgestelde oppervlak is, hoe sneller het bilirubine zal dalen. De oogjes worden afgeschermd ter bescherming tegen het felle licht. Het bilirubinegehalte wordt regelmatig gecontroleerd. Als dit voldoende gedaald is, moet de baby niet meer onder de lamp liggen. Fototherapie is onschadelijk voor de baby.
Hielprik
De Guthrietest of hielprik is een routineonderzoek waarbij de vroedvrouw/ verpleegkundige een kleine hoeveelheid bloed afneemt via een hielprik of een ader op het handje. Deze test is belangrijk om aangeboren, zeldzame stofwisselingsziekten en een mogelijke verkeerde werking van de schildklier op te sporen.
De baby moet minimaal 72 uren oud zijn vooraleer deze test kan gebeuren. Deze test kan ook aan huis gebeuren door een zelfstandige vroedvrouw wanneer u naar huis gaat vooraleer uw baby 72 uren oud is.
Wiegendood
Wiegendood wordt beschreven als het plotseling overlijden van een zuigeling zonder duidelijke verklaring.
Enkele raadgevingen
Houd steeds voor ogen dat wiegendood zeldzaam is en laat uw bekommernis over wiegendood het plezier dat u aan uw kindje beleeft niet ondermijnen. Geen enkele preventieve maatregel kan wiegendood volledig voorkomen, toch bespreken we hieronder enkele nuttige tips.
Een veilige slaapomgeving
- Leg uw baby te slapen op een stevige matras zodat hij/zij er niet in wegzakt.
- Gebruik, om dezelfde reden, geen hoofdkussen.
- Gebruik een matras die aangepast is aan de afmetingen van het wiegje of bedje, zodat de baby niet tussen de matras en de bedrand kan vallen. Indien u rond het bed een stoffen bekleding wilt gebruiken, zorg er dan voor dat die stevig vast zit. De bedspijlen mogen niet meer dan 8 cm van elkaar staan, anders kan het hoofd van de baby tussen de spijlen geklemd raken.
- Haal al de overbodige spullen uit de wieg of het bedje waarin uw baby slaapt.
Een veilige slaaphouding
Leg uw baby steeds op de rug tenzij uw arts, om medische redenen, een andere houding aanraadt. In rugligging blijft het gezichtje vrij en kan uw baby gemakkelijker ademen. Ook als uw baby ziek is, is rugligging de beste houding. Koorts kan sneller verdwijnen wanneer het hoofd en gezichtje onbedekt zijn. Bij oprispingen zal uw baby zich niet vlugger verslikken dan wanneer het op de buik zou liggen.
Algemene regel: respecteer het slaapritme van uw baby en zorg ervoor dat het voldoende slaapt.
Veilig toedekken bij een veilige kamertemperatuur
Zorg ervoor dat uw baby het niet te koud of te warm heeft om te slapen. Voor kinderen jonger dan acht weken, mag de kamertemperatuur nooit meer dan 20°C bedragen. Daarna mag de kamertemperatuur nooit meer dan 18°C bedragen. Dek uw baby lichtjes toe. Een laken, deken of lichte slaapzak, aangepast aan de grootte van uw baby, is voldoende. Houd het gezichtje vrij en gebruik liever geen donsdeken.
Een rookvrije omgeving
Roken, zowel tijdens de zwangerschap als na de geboorte, is ten zeerste af te raden. Laat niemand roken in het bijzijn van uw baby, noch in huis, noch in de wagen. Zorg voor voldoende verluchting en luchtvochtigheid in de kamer waar uw baby slaapt.
Geen geneesmiddelen zonder doktersvoorschrift
Geef uw baby geen enkel geneesmiddel zonder doktersvoorschrift en zeker geen hoestsiroop of kalmerende middelen. Indien u borstvoeding geeft, neem dan ook zelf geen geneesmiddelen zonder uw gynaecoloog te consulteren.
Slaaponderzoek
Op advies van de kinderarts.
Wees waakzaam
Indien u één van de volgende signalen ziet, raadpleeg dan meteen een arts:
- Uw baby is nog geen zes maanden oud en heeft een temperatuur van meer dan 38°C of minder dan 36°C, zonder aanwijsbare redenen.
- Uw baby vertoont gedragsveranderingen; hij/zij is ongewoon kalm of opgewonden;
- Uw baby kreunt terwijl hij/zij slaapt en terwijl hij/zij wakker is.
- Uw baby geeft over en wil niet eten.
- Uw baby heeft moeite met ademen.
Raadpleeg uw behandelend arts indien uw baby:
- Er ongewoon bleek uitziet.
- Ongewoon veel zweet tijdens de slaap zonder aanwijsbare redenen.
- Luidruchtig ademt of snurkt zonder een infectieziekte te hebben.
Geboorteaangifte
De aangifte gebeurt binnen de vijftien dagen na de geboorte bij de ambtenaar van de Burgerlijke Stand van de plaats van geboorte. Te laat aangifte doen, kan vervelende problemen en extra kosten met zich meebrengen. Het kind kan worden aangegeven door de vader, de moeder of door beide ouders. Indien de laatste dag van die vijftien dagen een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt die termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag.
Nodige documenten:
- De identiteitskaarten van de ouders.
- Aangifteformulier opgemaakt door het ziekenhuis.
- Het trouwboekje (voor gehuwden): indien de ouders wensen dat hun kind hierin wordt vermeld.
- Een bewijs van nationaliteit: enkel indien de nationaliteit van een ouder niet gekend is door de identiteitskaart/het paspoort.
- Een bewijs van de burgerlijke staat: enkel indien een ouder niet officieel is ingeschreven in het rijksregister of indien zijn/haar burgerlijke staat niet vermeld staat in het rijksregister.
Waar aangifte doen?
Stadhuis, Werf 9
9300 Aalst
T: +32 (0)53 77 93 00
E: info@asz.be
www.aalst.be
Openingsuren:
- Alle werkdagen van 08u30 tot 14u30 (behalve woensdag)
- Woensdag van 14u30 tot 20u30.