Borst- en flesvoeding
Overzicht
Op deze pagina
Borstvoeding
Borstvoeding is de meest natuurlijke voeding die u uw kindje kan bieden en heeft niet alleen veel voordelen voor de baby maar ook voor uzelf en de maatschappij. Gedurende de volledige borstvoedingsperiode en bij elke voeding is de moedermelk afgestemd op de behoefte, de groei en het afweersysteem van uw baby. Moedermelk hebt u ook altijd bij de hand, heeft de juiste temperatuur en is bovendien hygiënisch en goedkoop.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om 6 maanden uitsluitend borstvoeding te geven. Ook na de leeftijd van 6 maanden en na het starten van vaste voeding blijft moedermelk een belangrijke voedingsbron voor de baby. We staan hier als team van de kraamafdeling volledig achter en zullen u met raad en daad bijstaan.
Bovendien zijn er op de materniteit enkele lactatiedeskundigen aanwezig die u graag extra helpen bij de borstvoeding en vragen hieromtrent.
Indien de borstvoeding nog niet goed op gang is of indien u nog twijfelt of de baby genoeg drinkt of indien u gewoon graag heeft dat iemand thuis nog eens komt zien of het wel goed gaat , dan zijn er diensten van vroedvrouwen die bij u kunnen langskomen: 10de maand, reddie teddie, ammavita, …
De houding
Zoek een comfortabele houding, hetzij liggend of zittend, in een rustige omgeving. Draai de baby met zijn/haar buikje naar u toe en zorg dat het neusje ter hoogte van de tepel komt. Laat de baby goed aanhappen zodat tepel en tepelhof zoveel mogelijk in het mondje zitten. Let erop dat de lipjes van de baby naar buiten gekruld zijn. Goed aanhappen is een basisvoorwaarde om de borstvoeding vlot te laten verlopen en tepelkloven te voorkomen.
Het aanleggen van de baby
Met het oog op een goede start van de borstvoeding , raden wij aan om het eerste uur ononderbroken huid-op-huidcontact toe te passen. Het eerste aanleggen van de baby gebeurt best zo snel mogelijk na de geboorte. De eerste twee uur na de geboorte is de baby immers alert. Leg de baby direct aan wanneer hij/zij wakker is of aangeeft te willen drinken. Huilen is een laat teken van honger en vraagt een groot energieverbruik van het kind.
FAQ borstvoeding
Hoe weet ik dat mijn baby voldoende drinkt?
De meeste baby’s drinken in het begin 8 tot 12 keer per 24 uur. De frequentie van de voeding kan verschillend zijn. De eerste dagen na de geboorte is de baby vaak slaperig. Om de borstvoeding zo goed mogelijk op gang te brengen, is het belangrijk om de baby overdag minstens om de drie uur wakker te maken en de borst aan te bieden. De duurtijd van de voedingen is afhankelijk van baby tot baby en kan verschillend zijn per voeding. U dient de tijd dus niet bij te houden om te weten hoelang de baby drinkt. Het is beter om het drinkgedrag van uw baby op te volgen.
Van zodra de baby spontaan de borst lost, in slaap valt of blijft zuigen zonder te slikken, kan u de tweede borst aanbieden. Een baby die voldoende drinkt, is rustig tussen de voedingen door en ziet er levendig en tevreden uit. De urine moet steeds helder en kleurloos tot lichtgeel zijn. Ook de stoelgang ondergaat een verandering van kleur. Op de kraamafdeling wordt de baby dagelijks gewogen. Het is normaal dat de baby de eerste dagen wat afvalt. Na twee weken zou uw baby terug zijn geboortegewicht moeten bereiken.
Wat is de rol van de partner?
Mama en baby hebben de steun en het vertrouwen van de partner heel erg nodig. Naast de voeding zijn er nog heel wat andere taken die men als partner op zich kan nemen: troosten, knuffelen, luier verversen, badje geven, wiegen,... .
Mama heeft vooral nood aan iemand die steun kan bieden op onzekere momenten.
Zijn er voedingsadviezen?
Borstvoeding vergt geen dieet, wel een gezonde en gevarieerde voeding. Drink volgens dorstgevoel. Indien u medicatie moet nemen, vraag dan aan uw gynaecoloog een geneesmiddel dat het best verenigbaar is met borstvoeding.
Flesvoeding
We kunnen er niet omheen, moedermelk is en blijft de ideale voeding voor uw kind. Maar soms is borstvoeding om één of andere reden niet (meer) mogelijk. Flesvoeding is dan een goed alternatief. Indien u voor flesvoeding kiest, mag u zeker zijn dat aangepaste zuigelingenmelk alle nodige voedingsstoffen bevat voor de normale groei en de ontwikkeling van uw baby. Startvoedingen zijn aangepast aan gezonde baby’s vanaf de geboorte tot de leeftijd van 4 à 6 maanden. Sommige baby’s verdragen geen gewone start- of opvolgvoedingen. Voor die baby’s zijn er aangepaste voedingen. De kinderarts bepaalt de startvoeding. Start- en dieetvoedingen zijn enkel te verkrijgen in de apotheek.
Bereidingswijze
Bij het bereiden van de zuigelingenmelk is het van groot belang om hygiënisch te werk te gaan.
- Giet de nodige hoeveelheid niet-bruisend flessenwater (op kamertemperatuur) in een gesteriliseerde fles.
- Voeg het aanbevolen aantal maatschepjes melkpoeder toe (1 afgestreken maatschepje per 30ml water). Gebruik enkel het bij de doos ingesloten maatschep.
- Sluit de fles en rol ze tussen de handen tot het poeder volledig is opgelost.
- Verwarm de fles tot ongeveer 38 °C in een flessenverwarmer of microgolfoven. Schud de fles nog even en voel aan de binnenkant van de pols of de melk niet te warm is vooraleer u deze aan uw baby geeft.
Voor zuigelingen is niet-bruisend drinkwater arm aan mineralen geschikt (water dat zo weinig mogelijk nitraat, natrium of zout bevat). Het is aan te bevelen om flessenwater te gebruiken met de beschermende benaming ‘geschikt voor de bereiding van babyvoeding’ op het etiket.
Voedingstechniek
- Zorg dat de melk niet te warm is
- Houd uw baby in een halfzittende houding
- Zorg dat de speen altijd goed vol blijft bij het drinken
- Zorg dat de speen voldoende diep in de mond zit
- Gemiddeld duurt het geven van een flesje twintig minuten
- Het flesje moet niet leeggedronken worden. Het belangrijkste is dat uw baby goed groeit
- Geef uw baby de tijd om te boeren
De gemiddelde tijd tussen 2 maaltijden is drie en een half uur. Deze tijd kan variëren maar bedraagt best niet minder dan twee uur.