Kwaliteitslabels, inspectie en accreditatie
Zorginspectie
Zorginspectie is een agentschap van de Vlaamse overheid dat als opdracht heeft om de zorgkwaliteit in ziekenhuizen te controleren. Het doel van deze controles is om na te gaan of aan bepaalde eisen voldaan wordt. Hieronder vindt u meer informatie over onze laatste visitatie-trajecten binnen het A.S.Z.
Zorgtraject Suïcidepreventie op de PAAZ-afdeling campus Aalst
We hadden een check op 23 juni 2022 van het traject rond suïcidepreventie op de PAAZ-afdeling op onze campus Aalst. Hieronder is een samenvatting terug te vinden van de resultaten.
BELEID
Tijdens de inspectie werd de schriftelijke procedure m.b.t. het gevoerde suïcidepreventiebeleid opgevraagd voor de geselecteerde afdeling. Op basis hiervan en op basis van een gesprek met een medewerker werden onderstaande elementen gescoord voor de betreffende afdeling.
Is er voor de afdeling in kwestie een uitgeschreven suïcidepreventiebeleid van kracht (van toepassing op meerderjarigen ?) |
Ja |
Schriftelijke afspraken m.b.t. detectie en (her)bevragen van suïcidaliteit |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
Schriftelijke afspraken m.b.t. interventies bij verhoogde suïcidaliteit |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
Schriftelijke afspraken over de vervolgzorg voor suïcidale personen |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
Schriftelijke afspraken na een suïcidepoging |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
Schriftelijke afspraken na een suïcide |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
Schriftelijke afspraken m.b.t. vorming over detectie en behandeling van suïcidaal gedrag? |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
Schriftelijke afspraken m.b.t. documenteren, registreren en evalueren |
|
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
|
Ja |
Beleid rond infrastructurele en medicatiegebonden preventiemaatregelen (bij residentiële voorzieningen) |
|
|
Ja |
|
Ja |
DOSSIERS
Voor de geselecteerde afdeling werden een aantal afgesloten dossiers gecontroleerd van zorggebruikers die recent ontslagen werden uit het ziekenhuis na een verblijf op de betreffende afdeling. De gekozen dossiers hadden steeds betrekking op meerderjarige zorggebruikers die minstens 10 dagen waren opgenomen op de afdeling, en die minstens een week voor de inspectie waren ontslagen.
Aantal gecontroleerde afgesloten dossiers |
|
||
Aantal gecontroleerde dossiers waarin minstens 1 bevraging van suïcidale gedachten en gedrag aantoonbaar was |
|
||
|
Aantal dossiers waarin een bevraging van suïcidale gedachten en gedrag bij opname aantoonbaar was (*) |
10 |
|
|
Aantal dossiers waarin er bij een ontslag een (her)bevraging van suïcidale gedachten en gedrag aantoonbaar was (*) |
10 |
Op de bezochte afdeling werden een aantal actieve (nog lopende) dossiers gecontroleerd van zorggebruikers die op het moment van de inspectie minstens 3 dagen waren opgenomen op de afdeling, en waarbij in de loop van de opname op de afdeling sprake was (geweest) van een verhoogd suïciderisico. De gecontroleerde elementen werden zowel in het elektronisch patiëntendossier (EPD) als in eventuele papieren gedeeltes van het dossier gezocht (weliswaar niet in de persoonlijke notities van de betrokken hulpverleners; het is immers de bedoeling dat deze informatie toegankelijk is voor alle betrokken hulpverleners, met het oog op het bevorderen van de onderlinge communicatie, evaluatie en bijsturing).
Aantal gecontroleerde lopende dossiers (waarin sprake was van een verhoogd suïcide-risico) |
7 |
||||
Aantal gecontroleerde dossiers waarin bij de eerste verhoogde risico-inschatting tijdens het verblijf op de afdeling een inhoudelijke argumentatie werd gevonden (vb. de huidige suïcidale intentie, historiek van suïcidale gedachten en gedrag, risicofactoren, beschermende factoren) |
7 |
||||
Gemiddeld aantal dagen tussen de meest recente bevraging van suïcidale gedachten en gedrag en de datum van de inspectie |
3,85 |
||||
Mediaan van het aantal dagen tussen de meest recente bevraging van suïcidale gedachten en gedrag en de datum van de inspectie |
2 |
||||
Aantal gecontroleerde dossiers waarbij acties of interventies konden aangetoond worden |
7 |
||||
|
Ter informatie: soort acties of interventies die in deze dossiers werden gevonden |
||||
|
Aantal dossiers met een safety-plan – intern genaamd: Safety-plan |
3 |
|||
|
Aantal hiervan waarbij de betrokkenheid van de zorggebruiker bij het opstellen van het plan kon aangetoond worden. |
3 |
|||
Aantal dossiers waarin sprake was van maatregelen om de veiligheid van de omgeving te bevorderen (vb. kamer dicht bij verpleegpost, toezichtmomenten, veilige kamer, gesloten afdeling, afgeven riem, medicatie-inname onder toezicht, depot-medicatie, afsluiting medicatievoorraad, …) |
6 |
||||
Aantal dossiers waarin andere acties of interventies konden aangetoond worden |
7 |
Cardiologisch traject campus Aalst
We hadden een 1ste check op 15 januari 2019 en een 2de check op 21 juni 2019 van het cardiologisch traject op campus Aalst. Hieronder is een samenvatting terug te vinden van de resultaten.
1. Thema: Personeel |
|
1.1 Medische equipe |
|
De samenstelling van de medische equipe voor het zorgprogramma cardiologie op deze campus voldoet |
Ja |
1.2 Medische permanentie |
|
De medische permanentie voor het zorgprogramma cardiologie op deze campus voldoet |
Ja |
1.3 Verpleegkundige permanentie cathlab (2de check) |
|
Aantal gecontroleerde dagen cathlabpermanentie (naast interventionele cardioloog en technieker) |
4 |
Aantal dagen in orde |
4 |
Aantal dagen niet in orde |
0 |
Aantal dagen waarbij de nominatieve permanentielijst niet kon voorgelegd worden |
0 |
Aantal dagen zonder sluitende 24uurs-permanentie |
0 |
Aantal dagen met niet steeds voldoende gekwalificeerde personen |
0 |
Aantal dagen met cumulatieve cathlabpermanentie met andere basispermanentie |
0 |
2. Thema: Veilige zorg |
|
Aantal beademingstoestellen met tijdige preventieve controle |
2/2 |
Aantal defibrillatoren met tijdige preventieve controle |
2/2 |
Aantal monitoren met tijdige preventieve controle |
4/4 |
Aantal externe pacemakers met tijdige preventieve controle |
2/2 |
Mobiel beademingstoestel voor vervoer van kritieke patiënten is aanwezig op het cathlab |
Nee |
Mobiel monitoringstoestel voor vervoer van kritieke patiënten is aanwezig op het cathlab |
Ja |
Oproepsysteem voor reanimatie is beschikbaar op het cathlab |
Ja |
Aantal verpleegkundigen met doorgedreven opleiding reanimatie op het cathlab |
6/6 |
Aantal afdelingen waar de verantwoordelijke telemetrie zich onmiddellijk kan vrijmaken bij alarm |
5/5 |
Aantal afdelingen met auditieve/visuele opvolging telemetrie |
5/5 |
Aantal centrale componenten van telemetriebewaking met tijdige preventieve controle |
5/5 |
2.1 Oproepsysteem voor reanimatie op de afdelingen (2de check) |
|
Aantal gecontroleerde patiëntenkamers/zorgverstrekkers |
15 |
Aantal patiëntenkamers/zorgverstrekkers met oproepsysteem voor reanimatie |
15 |
Aantal patiëntenkamers/zorgverstrekkers zonder oproepsysteem voor reanimatie |
0 |
2.2 Telemetrie (2de check) |
|
Telemetrie aanwezig op campus met Zorgprogramma A |
Ja |
Aantal diensten met telemetrie gecontroleerd |
4 |
Aantal in orde |
4 |
Aantal niet in orde |
0 |
Aantal zonder auditieve/visuele opvolging |
0 |
Aantal zonder specifiek aangeduide verantwoordelijke telemetrie |
0 |
Aantal met specifiek aangeduide verantwoordelijke telemetrie, maar niet onmiddellijk beschikbaar bij alarm |
0 |
3. Thema: gestandaardiseerde zorg |
|
Aantal dagen met pijnscores in het dossier |
19/23 |
4. Thema: communicatie |
|
Aantal dossiers toegankelijk |
11/11 |
Aantal toegankelijke dossiers met alle gecontroleerde transferinformatie |
10/11 |
Cardiologisch traject campus Geraardsbergen
We hadden een 1ste check op 1 april 2019 en een 2de check op 16 september 2019 van het cardiologisch traject op campus Geraardsbergen. Hieronder is een samenvatting terug te vinden van de resultaten.
1. Thema: Personeel |
|
1.1 Medische equipe |
|
De samenstelling van de medische equipe voor het zorgprogramma cardiologie op deze campus voldoet |
Ja |
1.2 Medische permanentie |
|
De medische permanentie voor het zorgprogramma cardiologie op deze campus voldoet |
Ja |
2. Thema: Veilige zorg |
|
2.1 Externe pacemaker is beschikbaar voor zorgprogramma P |
|
Aantal externe pacemakers met tijdige preventieve controle |
2/2 |
Aantal patiëntenkamers/zorgverstrekkers met oproepsystemen voor reanimatie |
5/5 |
2.2 Telemetrie of bedside monitoring is beschikbaar voor zorgprogramma A |
|
Aantal afdelingen waar een verantwoordelijke voor telemetrie is aangeduid |
1/1 |
Aantal afdelingen met auditieve / visuele opvolging |
1/1 |
Aantal centrale componenten van telemetriebewaking met tijdige preventieve controle |
1/1 |
2.2 Telemetrie (2de check) |
|
Telemetrie aanwezig op campus met Zorgprogramma A |
Ja |
Aantal diensten met telemetrie gecontroleerd |
1 |
Aantal in orde |
1 |
Aantal niet in orde |
0 |
3. Thema: gestandaardiseerde zorg |
|
Aantal dagen met pijnscores in het dossier |
10/10 |
Zorgtraject internistische en chirurgische patiënt (2de ronde) campus Aalst
We hadden een check op 21 juni 2019 van het internistisch en chirurgisch traject op campus Aalst. Hieronder is een samenvatting terug te vinden van de resultaten. Het volledig verslag vindt u hier.
1. Thema: Personeel |
|
Aantal IZ-eenheden waarvan de medische permanentie voldoet |
2/2 |
De medische permanentie voor de gespecialiseerde spoed (incl. ev. MUG) voldoet |
|
De verpleegkundige permanentie voor de gespecialiseerde spoed (incl. ev. MUG) voldoet |
|
Psychiater is 24u/24 oproepbaar op de gespecialiseerde spoed |
|
2. Thema: Veilige zorg |
|
Aantal infusen en spuiten met alle gegevens |
13/23 |
Aantal defibrillatoren met tijdige preventieve controle |
7/7 |
Aantal ECG-toestellen met tijdige preventieve controle |
3/4 |
Aantal ECG-toestellen met tijdige preventieve controle |
10/10 |
Aantal artsen met doorgedreven opleiding reanimatie het voorbije jaar of met geldig certificaat voor maximaal 5 jaar |
12/12 |
Aantal patiënten onder volledige narcose met permanent toezicht door de anesthesist |
9/9 |
3. Thema gestandaardiseerde zorg |
|
Aantal dagen met alle parameters in het dossier |
40/40 |
Aantal dagen met pijnscores in het dossier |
59/62 |
Aantal preoperatieve patiëntendossiers die toegankelijk zijn op OK |
10/10 |
Aantal preoperatieve patiëntendossiers met alle gecontroleerde onderwerpen |
4/10 |
Aantal patiënten met een volledig identificatiebandje |
21/21 |
4. Thema hygiëne |
|
Aantal personeelsleden in orde voor handhygiëne |
53/53 |
5. Thema communicatie |
|
Aantal dossiers met ontslagbrief |
17/20 |
Aantal ontslagbrieven met alle gecontroleerde onderwerpen aanwezig |
15/20 |
Voor nog meer info rond zorginspectie, kan je contact opnemen met Rebecca De Smet, stafmedewerker Kwaliteit
Qualicor Europe geaccrediteerd
In 2018 behaalde het A.S.Z. voor de eerste keer het internationaal Qualicor-kwaliteitslabel. Dit internationaal kwaliteitslabel biedt patiënten, bezoekers en verwijzers de garantie dat het ziekenhuis een veilige en goed georganiseerde zorginstelling is. Dit label werd toegekend door Qualicor Europe.
Op basis van een overbruggingsaudit die plaatsvond in november 2022 is de gouden accreditatiestatus van onze zorgorganisatie verlengd tot 2028. De verlenging van dit kwaliteitslabel bewijst dat het A.S.Z. een hoog niveau van kwalitatieve en veilige zorg biedt aan de patiënten en dat er een permanente cultuur van verbetering heerst.
Hieronder geven we graag wat resultaten mee van onze laatste audit.
Korte samenvatting bevindingen audit
Standaardaudit |
Resultaat |
Minimumeis |
Hoeveel procent van de nalevingstesten van alle vereiste instellingsrichtlijnen (VIR’s) is behaald? |
98% |
95% |
Is per normenset aan het vereiste aandeel gouden criteria met hoge prioriteit (criteria met uitroeptekens) voldaan? |
Ja |
90% per normenset |
Aan hoeveel procent van alle gouden criteria over alle relevante normensets voldoet de instelling? |
99,1% |
81% |
Aan hoeveel procent van alle noodzakelijke criteria voor veilige zorg op niveau platina en diamant, zoals beschreven in de bijlage van de ‘Assessmentprocedure 2021-2022’ over alle relevante normensets voldoet de instelling? |
100% |
81% |
Criteria intern toetsingssysteem |
Voldaan/niet voldaan |
Qualicor Europe stelt als voorwaarde dat de instelling beschikt over een adequaat functionerend toetsingssysteem. Het interne toetsingssysteem kan in diverse vormen voorkomen. Voorbeelden van interne toetsing zijn: interne audits (per afdeling of dienst; per (zorg)proces, met of zonder gebruikmaking van tracermethodiek); inspecties; veiligheidsrondes; hygiëne audits; enz. |
voldaan |
Het intern toetsingssysteem toont aan dat de gehele organisatie, en in het bijzonder de medische staf/medische raad, actief betrokken is bij het kwaliteits- en veiligheidsbeleid van de instelling. |
Voldaan |
De instelling heeft risicovolle afdelingen en/of processen aangemerkt op basis van een risicoanalyse. Deze risicovolle afdelingen en/of processen worden minimaal eenmaal per twee jaar intern getoetst. |
Voldaan |
De instelling kan interne toetsingen uitvoeren op basis van zorg- of werkprocessen of onderdelen daarvan en toetst daar waar mogelijk is aan de hand van het normenkader Qmentum Global. |
Voldaan |
Indien de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Inspectie Justitie en Veiligheid of de Vlaamse Zorginspectie specifieke richtlijnen heeft opgesteld voor risicovolle afdelingen/processen, zijn deze aantoonbaar binnen het interne toetsingssysteem op implementatie/borging getoetst. |
Voldaan |
Veldnormen zijn aantoonbaar getoetst binnen het interne toetsingssysteem op implementatie/borging. Een veldnorm is een norm voor kwaliteit zoals kwaliteitskaders, professionele normen en kwaliteitsindicatoren voor verantwoorde zorg. Een veldnorm bevat regels die na een zorgvuldige procedure door professionals (beroepsgroep) zijn aanvaard op basis van gezamenlijk opgestelde waarden. |
Voldaan |
Criteria persoonsgerichte zorg |
Voldaan/niet voldaan |
De instelling beschouwt persoonsgerichte zorg als een leidend principe |
Voldaan |
De instelling heeft een plan voor de ontwikkeling en effectieve implementatie van initiatieven persoonsgerichte zorg.
|
Voldaan |
De instelling heeft aandacht voor de randvoorwaarden bij de ontwikkeling van persoonsgerichte zorg. |
Voldaan |
De instelling biedt ondersteuning aan teams bij het tot stand brengen van partnerschappen met de cliënt en familie, zoals communicatievaardigheden en vaardigheden op het gebied van veranderingsmanagement. |
Voldaan |
Ontvangen complimenten tijdens de audit
1) Aandacht voor patiënten en patiëntveiligheid
- Patiëntenparticipatie via het patiëntenpanel. Dit panel steekt jaarlijks vier keer de koppen bij elkaar over thema’s zoals communicatie, signalisatie, facturatie,… De ervaring van patiënten en het delen van wat goed gaat of beter kan, draagt bij aan een patiëntvriendelijkere zorg- en dienstverlening. In dit panel zetelen zowel patiënten, familie van patiënten, als inwoners van Aalst, Geraardsbergen en Wetteren. Het ziekenhuis bespreekt ook thema’s als het beleid rond openbaarmaking van incidenten patiëntveiligheid met het patiëntenpanel.
- Patiëntenparticipatie is een essentieel onderdeel van ons ‘Think Patient’ project. Door het benutten van de unieke ervaringskennis van patiënten willen we onze kwaliteit van zorg en patiëntgerichtheid verhogen.
- Aandacht voor rouwverwerking van nabestaanden via een “vergeet-me-niet-zakje”. Dit zakje wordt meegegeven aan de familie om hen te ondersteunen bij hun rouwproces en bevat: een kaartje met vingerafdruk van de overleden persoon, een buisje met een haarlok en een persoonlijk kaartje van de verpleging. In bepaalde gevallen kan het aangevuld worden met een sleutelhanger om een foto in te bewaren of een potje met vergeet-me-nietjes.
- Naast ons meld- en leersysteem met betrekking tot incidenten patiëntveiligheid, registreren onze medische disciplines ook complicaties, om daaruit te leren.
- Valpreventie is een belangrijk thema binnen het ziekenhuis. In het A.S.Z. hebben we het VALSTOP-beleid geïmplementeerd. Via een korte anamnese bij opname wordt bepaald of de patiënt een verhoogd valrisico heeft. Indien dit het geval is, ontvangt de patiënt een informatiebrochure en wordt er een VALSTOP-kaart aan het bed van de patiënt gehangen.
- Wachten op spoed is nooit leuk, maar om patiënten beter te informeren over de wachttijden is er op de spoedafdeling een ‘Traffic-bord’. Dit bord geeft de patiënten een actueel overzicht van de wachttijden en patiënten kunnen door middel van hun kleurcode de wachttijd opvolgen.
- Op de spoedafdeling loopt een QUAN-project. Vijf ervaren verpleegkundigen voeren 1 tot 3 dagen na het ontslag van een patiënt op de spoedafdeling een hercontrole uit van het werk van de urgentie-arts en een evaluatie van de pathologie. Deze verpleegkundigen tekenden hiervoor een geheimhoudingsverklaring en kregen toestemming van het ethisch comité. De verpleegkundigen controleren of antistollingsmedicatie is opgestart indien nodig, of er geen breuken over het hoofd zijn gezien op de foto’s, of alles correct opgenomen is in de ontslagbrief,… Indien er iets wordt opgemerkt dat anders is dan de oorspronkelijke gegeven informatie, wordt de patiënt verwittigd.
- Vier medewerkers en één arts, werkzaam op de spoedafdeling, hebben een cursus ‘Brons’ ontwikkeld voor alle verpleegkundigen op de spoedafdeling. Via deze cursus werkt iedereen op een uniforme manier.
- Patiëntenbeleving staat centraal op het dagziekenhuis van campus Wetteren. De afdeling is elke dag bezig met kwaliteit en probeert zoveel mogelijk feedback te ontvangen om in te spelen op een positieve patiëntenbeleving . Meldingen waarin de patiëntveiligheid of kwaliteit in het gedrang komen, worden uitgebreid geanalyseerd en er worden acties ondernomen. Tijdens het hele verbeterproces blijft de afdeling bijsturen en evalueren waar nodig.
- Palliatievezorgenafdeling aangestuurd door anesthesisten.
2) Aandacht voor medewerkers en menselijk kapitaal
- Medewerkers zijn belangrijk in het ziekenhuis. Think you is een nieuw project met als doel de bejegening tussen medewerkers te bevorderen. Dit zal gebeuren aan de hand van coachingmomenten rond waarderende communicatie en waarderend samenwerken, zowel voor medewerkers als leidinggevenden. Zo willen we het gevoel van waardering binnen de organisatie verder versterken.
- Medewerkers en leidinggevenden zijn trots op hun team en de interne samenwerking binnen het ziekenhuis. Ook de algemene directeur geeft aan fier te zijn op haar medewerkers en vooral op de veerkracht die ze getoond hebben tijdens en na de covidpandemie. Ook team geriatrie op campus Geraardsbergen is een hecht en fier team. De hoofdverpleegkundige zorgt ervoor dat elke medewerker een ‘#teamgeriatrie-badgelint’ ontvangt.
- Vandaag de dag moeten onze gezondheidsmedewerkers heel veel nieuwe informatie verwerken. Een nieuwe werkwijze, nieuw materiaal dat gebruikt moet worden bij een ingreep, een nieuw softwareprogramma,… om al deze informatie voor iedereen beknopt en duidelijk weer te geven wordt er gewerkt met dienst-specifieke nieuwsbrieven.
- Het A.S.Z. is een stageplek, waar het ook mogelijk is om als laatstejaarsstudent verpleegkunde een stage ‘leerwerkplek’ te volgen. Op deze manier krijgen toekomstige verpleegkundigen een duidelijk en correct beeld van het werkveld en het werken binnen het A.S.Z. ziekenhuis. Dit is een zinvol initiatief om de instroom van nieuwe medewerkers te faciliteren.
3) Architectuur, omgeving en hygiëne
- Op de spoedafdeling (campus Aalst en Geraardsbergen) is er architectonisch veel aandacht voor de patiëntenstroom en het voorraadbeheer.
- Overal gesloten medicatieruimten als er geen verpleegkundigen aanwezig zijn. Alle medicatiekarren zijn steeds vergrendeld als ze zonder toezicht op de gang staan.
- Alle elektronische zorgdossiers zijn steeds vergrendeld als medewerkers en artsen niet werken in het patiëntendossier.
- Het periodiek opvolgen van het onderhoud en de levensduur van medische apparatuur.
- Propere en ordelijke afdelingen over de 3 campussen heen.
- Proper, duidelijk proces en opvolgsysteem van het endoscopiebeleid.
Aandachtspunten die opgemerkt zijn tijdens de audit
Ons ziekenhuis kreeg ook een aantal uitdagingen mee, waar we onmiddellijk mee aan de slag gingen.
Aandachtspunt |
Verbeteracties en opvolging |
De instelling communiceert effectief informatie rond patiënten bij zorgovergangen. Het A.S.Z. werkt met de ISBARR-methodiek om tijdens overdrachtmomenten te briefen. Op één afdeling is opgemerkt dat medewerkers geen briefing uitvoeren volgens deze methodiek. |
De opleidingsverpleegkundige brengt in kaart op welke afdelingen nood is aan een bijkomende opleiding rond ISBARR. Deze afdelingen ontvangen een opleiding, inclusief simulatietraining. Het belang van ISBARR wordt door middel van een casus nog eens toegelicht in een nieuwsbrief. Het correct gebruik van de ISBARR-methodiek wordt in het A.S.Z. opgevolgd via:
|
Bij iedere patiënt wordt het risico op decubitus beoordeeld en worden er maatregelen ter voorkoming hiervan geïmplementeerd. |
De Norton-score en decubituspreventie wordt in het A.S.Z. opgevolgd via:
De resultaten van bovenstaande metingen worden teruggekoppeld naar de afdelingen, deze voeren dan de gewenste verbeteracties uit samen met de wondzorgverpleegkundige. Ziekenhuisbreed worden er initiatieven ontwikkeld zoals het ontwikkelen van een affiche om het belang van decubituspreventie nog eens onder de aandacht te brengen. |
Tweeparametercontrole (actief bevragen voornaam, achternaam en geboortedatum en vergelijken met ID-bandje) |
De tweeparametercontrole wordt in het A.S.Z. opgevolgd via:
De resultaten van bovenstaande metingen worden teruggekoppeld naar de afdelingen, deze voeren dan gepaste verbeteracties uit, eventueel in samenwerking met de dienst kwaliteit. Ziekenhuisbreed is er de campagne ‘check, check, dubbelcheck’ om het belang van patiëntidentificatie duidelijk te maken. De procedure van patiëntidentificatie wordt ook geëvalueerd (door middel van een risicoanalyse) om te kijken of we niet beter tegemoet kunnen komen aan de haalbaarheid in de praktijk. |
De voorraadvorming van narcotica in behandelruimten wordt vermeden en narcotica wordt correct bewaard. Op 1 afdeling vond men narcotica bij de hospitalisatiemedicatie. |
Narcotica werd teruggestuurd naar de apotheek en het beleid rond het bestellen, bewaren en toedienen van narcotica op deze afdeling is aangepast. |
De teamleden en vrijwilligers moeten het voorlichtingsprogramma over infectiepreventie en -bestrijding (IPB) bijwonen bij hun introductie en op regelmatige basis, afhankelijk van hun IPB-taken en -verantwoordelijkheden. Voor medewerkers is dit correct, vrijwilligers krijgen informatie bij introductie, maar geen herhaling op regelmatige basis. |
Dienst infectiepreventie organiseert nu jaarlijks een opleiding voor zorgpersoneel, niet-zorgpersoneel en vrijwilligers. |
Medicatie-opslagruimten voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Op één afdeling is vastgesteld dat een verdovingskast niet kan afgesloten worden. Er is wel al een nieuw slot besteld, maar kan niet onmiddellijk geleverd worden. |
Eind januari is het nieuw saltoslot geleverd en geïnstalleerd. |
Medicatie-opdrachten worden nauwkeurig genoteerd in klinische documenten. Sommige artsen schrijven niet zorgvuldig alle medicatie-opdrachten voor. |
Het beleid rond het voorschrijven van medicatie wordt nogmaals toegelicht bij alle artsen. De hoofdarts neemt persoonlijk contact op met de arts indien deze de medicatie-opdrachten niet nauwkeuring noteert in het dossier. Opvolging van het nauwkeurig voorschrijven van medicatie is iets wat in het ziekenhuis blijvend wordt opgevolgd via:
|
- Lees zeker ook het artikel: A.S.Z. behaalt verlenging kwaliteitslabel Qualicor Europe | ASZ.
- Meer info rond Qualicor, kan je verkrijgen bij Sanne Van Lierde, stafmedeweker Kwaliteit
053 76 62 35 of sanne.vanlierde@asz.be
Belac-accreditatie
Sinds 27 november 2014 beschikt het laboratorium van het A.S.Z. Ziekenhuis over een internationale accreditatie volgens de norm ISO 15189. Deze accreditatie is uitgereikt door BELAC onder het nummer 527-MED. Meer informatie hierover en de andere kwaliteitslabels van het labo vindt u hier of kan u verkrijgen door contact op te nemen met Ilse Van Den Steen, medisch laboratoriumtechnoloog (ilse.vandensteen@asz.be of 053 76 48 84).