Voeding
Overzicht
Een dialysebehandeling is in vergelijking met een gezonde nierwerking minder efficiënt. Het is dan ook belangrijk dat de aanvoer van afvalstoffen wordt verminderd.
Aardappelen, groenten en fruit, vlees, melkproducten, noten, peulvruchten,... zijn niet weg te denken uit onze dagelijkse voeding. Deze voedingsmiddelen zitten boordevol voedingsstoffen die ons lichaam nodig heeft, maar bevatten ook veel kalium, eiwit en fosfor. Door een goede keuze, portiegrootte en correcte bereidingstechniek zijn ze met mate toe te passen in een niersparend dieet. De diëtiste, de arts en de verpleegkundige zullen de voedingsaanpassingen op uw maat met u bespreken. Het is belangrijk dat u uw dieet goed naleeft.
Vocht
Als de nieren nauwelijks werken, produceren ze vaak ook bijna geen urine meer. Wanneer een dialysepatiënt met geringe urineproductie normaal drinkt, wordt dit vocht niet meer verwijderd en stapelt het zich op in het lichaam. Dit kan leiden tot oedeem, hoge bloeddruk en kortademigheid. Om vochtophoping te bestrijden wordt er tijdens de dialyse water aan het bloed onttrokken. Elke patiënt krijgt een drooggewicht of ideaal gewicht (bepaald door de arts). Aanbevolen wordt om tussen twee dialysesessies in, niet meer dan 1.5 à 2kg boven het drooggewicht te komen.
De hoeveelheid vocht u mag drinken is erg individueel en hangt af van de resterende urineproductie. Let op: om de hoeveelheid gewicht dat u bijkomt tussen 2 dialyse sessies te beperken is de inname van vocht van belang en niet de hoeveelheid voeding.
Als vuistregel geldt: u mag net zoveel drinken als de hoeveelheid urine die u dagelijks produceert + 500 ml extra vocht.
Zout
Samen met de vochtbeperking is ook zoutbeperking noodzakelijk. Hoe meer zout u inneemt, hoe meer dorst u krijgt. Zout- en vochtbeperking gaan hand in hand.
Vermijd “zichtbaar” zout:
• geen zout toevoegen tijdens het koken
• geen zout op het eten strooien
• geen chips, zoute nootjes
• gebruik ook geen dieetzout of vervangzout
Vermijd “verborgen” zout:
• charcuterie: hesp, salami, paté, rood vlees, americain préparé
• sommige kaassoorten: Roquefort, oude kazen
• bereide maaltijden van traiteur, diepvries, blik
• soepen uit pakjes of blikjes, bouillonblokjes, OXO
Kalium
Kalium heeft een belangrijke invloed op de hartwerking. Een te hoog of te laag kaliumgehalte kan ernstige gevolgen hebben, namelijk een hartstilstand.
Te vermijden kaliumrijke voedingsstoffen:
• dieetzout of vervangzout
• fruit: bananen, noten, druiven, kiwi, sinaasappel, citroen, pompelmoes, ananas, rabarber en het sap van deze vruchten: gouden regel 1 stuk fruit per dag
• gedroogde vruchten: rozijnen, dadels, vijgen
• groenten: tomaten, bonen, erwten, olijven, groentesap
• aardappelen voornamelijk dan in frieten/kroketten. Bij gebruik best 2x koken en het eerste kookvocht weggieten
• schaal- en schelpdieren: oesters, kreeft, mosselen, garnalen
• chocolade en chocopasta
• sterke koffie, oploskoffie
Fosfor
Een te hoog fosforgehalte in het bloed heeft negatieve gevolgen voor hart-en bloedvaten, alsook voor het bot (ontkalking). Wie te veel fosfor in het bloed heeft, krijgt fosfaatbinders zoals calciumcarbonaat®, Renepho®, Renvela® of Fosrenol® voorgeschreven. Deze geneesmiddelen zorgen ervoor dat fosfor in de opgenomen voeding niet via de darm in het bloed komt. Deze geneesmiddelen moeten bij de maaltijd ingenomen worden om het gewenste effect te krijgen.
Fosfor komt voornamelijk voor in voeding die eiwitten bevatten: vlees, kaas en melkproducten, vis, schaal- en schelpdieren, vleesvervangers, ei, peulvruchten en noten.
Door de voedingsindustrie wordt aan vele producten fosfor toegevoegd. Je kan dit herkennen aan de benaming ‘fosforzuur’, ‘fosfaten’ of het E-nummer op de ingrediëntenlijst. E-nummers zijn hulpstoffen om onder andere de smaak, kleur, luchtigheid en houdbaarheid van levensmiddelen te verbeteren. In veel kant-en-klare voedingsmiddelen worden E-nummers gebruikt die fosfaat bevatten: E101, E338 t/m 341, E343, E442, E450 t/m 452, E541, E1410, E1412 t/m 1414 en E1442.
Te vermijden fosforrijke voedingsproducten:
Cola, bier, kant- en klare vleeswaren, smeltkaas, chocolade, orgaanvlees, muesli en volkorenproducten,
Opletten met kaas- en zuivelproducten, peulvruchten en noten.
Meer informatie met nuttige tips over wat wel kan gegeten worden, kan je terugvinden op volgende website: