Dikke darmkanker
Overzicht
Op deze pagina
Dikke darmkanker is de meest voorkomende kanker van het maagdarmstelsel. Het is de derde meest voorkomende kanker bij mannen (na prostaatkanker en longkanker), de tweede bij vrouwen (na borstkanker).
In 2017 werden er 8.191 nieuwe gevallen van dikke darmkanker geregistreerd in België (cijfers Stichting Kankerregister). De frequentie van dikke darmkanker neemt toe na de leeftijd van 50 jaar. Mensen jonger dan 40 krijgen zelden dikke darmkanker.
Darmkankerscreening
In België wordt door de verschillende overheden dikke darmkankerscreening georganiseerd. De screening beoogt een vroege en systematische opsporing van dikke darmkanker vanaf 50 jaar in een asymptomatische populatie zonder een verhoogd risico op darmkanker (bijvoorbeeld familiale belasting of als je al darmkanker hebt gehad).
In Vlaanderen word je tweejaarlijks uitgenodigd voor iFOB test vanaf 50 jaar tot 74 jaar. Dit is onderzoek van je stoelgang naar bloedsporen. Indien er bloed aanwezig is in je stoelgang, zal je verwezen worden naar een maag- en darmspecialist voor een endoscopisch onderzoek van de dikke darm (colonoscopie).
Indien je een verhoogd risico hebt voor het ontwikkelen van dikke darmkanker, kan het nodig zijn om voor 50 jaar reeds een endoscopisch nazicht te plannen. Dit wordt best besproken met je huisarts of maag- en darmspecialist.
Risicofactoren
- Levensstijl:
Alcohol, overgewicht en overmatig gebruik van (rood of bewerkt) vlees verhoogt risico op dikke darmkanker.
Weinig lichaamsbeweging gaat gepaard met een verhoogd risico op alle tumoren.
Roken en alcohol zijn risicofactoren voor dikke darmkanker. - Erfelijke risicofactoren:
- Specifieke genetische afwijkingen: Familiale polyposis syndroom, Lynch syndroom
- 2 tot 3-maal verhoogd risico indien een eerstegraadsverwant (moeder, vader, zus, broer) een dikke darmkanker heeft gehad.
- Aanwezigheid van goedaardige poliepen. Meeste dikke darmkankers ontstaan uit goedaardige poliepen.
- Chronische ontstekingsziekten zoals Ziekte van Crohn en Colitis ulcerosa.
- Dikke darmkanker in het verleden.
Symptomen
De patiënt kan geheel asymptomatisch zijn bij de diagnose van dikke darmkanker. De klachten variëren van de plaats van de dikke darmkanker. Verder kunnen er veel algemene klachten voorkomen die niet steeds gelinkt worden aan dikke darmkanker. Darmkanker ter hoogte van rechterdeel van de dikke darm wordt vaak later vastgesteld gezien het vaak gepaard gaat met minder klachten.
- Bloedverlies via de anus.
- Verandering van stoelgangspatroon (ontwikkelen van diarree of constipatie)
- Valse aandrang
- Vermoeidheid
- Bloedarmoede en ijzertekort
- Onverklaarde vermagering
- Buikpijnklachten
Diagnose
De diagnose wordt gesteld op basis van endoscopisch nazicht, nl. colonoscopie. Tijdens deze procedure zullen er kleine stukjes weefsel genomen worden ter hoogte van de tumor. Deze worden door een anatoom-patholoog onderzocht. Indien bevestiging van kwaadaardige cellen zullen er verder nog specifieke kleuringen worden uitgevoerd voor het uitsluiten van onderliggende genetische afwijkingen of bepalen van bepaalde mutaties die het behandelingsplan kunnen beïnvloeden.
Na het stellen van de diagnose, wordt de ziekte verder gestadieerd a.d.h.v. CT thorax/abdomen. Dit moet uitzaaiingen ter hoogte van de borstholte (bijvoorbeeld longen) en buikholte (bijvoorbeeld lever) aantonen/uitsluiten.
Voor een rectumtumor (Rectum: laatste 15cm van de dikke darm, net boven het anaal kanaal) wordt er nog een NMR klein bekken en echo-endoscopie uitgevoerd om de doorgroei naar het omliggende weefsel en de aanwezigheid van klierpakketten in beeld te brengen.
In het bloedonderzoek zal er gekeken worden naar de tumormarker CEA. Deze is niet altijd verhoogd. Deze zal vooral gebruikt worden in de opvolging tijdens of na een ingestelde behandeling. Verder zal er ook aandacht zijn voor de aanwezigheid van gestoorde levertesten en bloedarmoede.
Behandelingsmethoden
De resultaten van de onderzoeken worden steeds besproken tijdens een multidisciplinair overleg met maag- en darmspecialisten, chirurgen, radiotherapeuten, radiologen, anatoompathologen en digestief oncologen. Afhankelijk van de uitgebreidheid van de ziekte wordt een gepersonaliseerd behandelingsplan opgesteld.
- Heelkunde (op klikken en je springt naar juiste informatie)
- Chemotherapie
- Radiotherapie
- Andere lokale behandelingen
Heelkunde
Zowel bij lokale ziekte als in een gemetastaseerde setting (met uitzaaiingen) is er plaats voor chirurgie. Indien er geen uitzaaiingen aanwezig zijn, zal de dikke darmkanker chirurgisch verwijderd worden. Als er toch uitzaaiingen aanwezig zijn, zal gekeken worden of deze ook kunnen weggenomen worden.
Chemotherapie
Chemotherapie heeft een plaats na de chirurgische behandeling van een lokale tumor om het risico op herval te verkleinen. De nood hiervoor wordt bepaald afhankelijk van de ingroei van de tumor in de darmwand en de aanwezigheid van kwaadaardige cellen in omliggende klieren. Verder zijn er nog risicofactoren die de noodzaak zullen bepalen voor chemotherapie postoperatief. Deze behandeling duurt meestal 6 maand. Er wordt volop onderzoek uitgevoerd naar de duur van deze behandeling en de mogelijkheid om deze te verminderen naar 3 maand.
In de setting van uitzaaiingen, die niet chirurgisch verwijderd kunnen worden, wordt er vaak geopteerd voor systemische therapie ovv. Chemotherapie, vaak in combinatie met doelgerichte therapieën. Hieronder vallen producten die specifiek inwerken op de vorming van bloedvaten die lopen naar de tumor, die signalen blokkeren tussen het celmembraan en celkern, enzovoort.
De meeste behandelingen worden gegeven via het dagziekenhuis en vragen geen overnachting in het ziekenhuis.
Radiotherapie
Voor rectumtumoren moet er vaak voor de operatie van de tumor een behandeling doorlopen worden met radio-en chemotherapie.
Verder zijn er nog indicaties voor radiotherapie binnen de behandeling van dikke darmkanker zoals bijvoorbeeld in kader van pijnbehandeling bij botmetastasen, bij bloedverlies bij een niet-operabele rectumtumor, voor longuitzaaiingen, enzovoort. De mogelijkheid voor radiotherapie wordt steeds besproken tijdens het multidisciplinair overleg.
Andere lokale behandelingen
Er zijn nog verschillende lokale behandelingen zoals RFA (radio frequency ablation), transarteriële chemo-embolisatie (TACE) of Transarteriële radio-embolisatie. De indicatie voor deze behandeling wordt opnieuw bepaald door het multidisciplinair overleg.