Carpale tunnel syndroom
Wat is het?
Het carpale tunnel syndroom is de meest voorkomende compressieve neuropathie bij de mens. Dat wil zeggen dat het veroorzaakt wordt door te veel druk op de zenuw. Bij het 'carpal tunnel syndrome' (CTS) gaat het over de nervus medianus. Deze zenuw zorgt voor motoriek van heel wat spieren in de arm. Deze zenuw loopt door tot in de hand en waar deze in de pols loopt, bevindt de zenuw zich in een nauw kanaal. Dit kanaal noemt de carpale tunnel, en wordt gevormd door de verschillende polsbeentjes. De carpale tunnel wordt overspannen door een ligament (ligamentum carpi transversum). Samen met de zenuw lopen er ook 9 pezen in de carpale tunnel. Dit zijn de buigpezen van alle vingers.
Er moet dus niet veel misgaan of de zenuw heeft te weinig plaats. Dit kan gebeuren door lokale zwelling, niet zelden bij een trauma (breuk) of als de patiënt water ophoudt (bijvoorbeeld bij zwangere vrouwen).
Symptomen
Als de zenuw door de carpale tunnel gepasseerd is, zorgt deze voor de gevoeligheid van de vingertoppen van duim, wijsvinger, middelvinger en de helft van de ringvinger. Het is dan ook typisch dat in dit gebied klachten optreden van tintelingen en voosheid. De duimmuis is altijd gespaard van de symptomen van gevoelsverlies. Vaak starten de klachten alleen ’s nachts, maar nadien kunnen ze ook overdag optreden. Eerst bij fietsen, autorijden of zwaar werk, maar na verloop van tijd kunnen de symptomen de hele dag door aanhouden. De patiënten klagen er dan van dat ze kleine voorwerpen uit hun vingers laten vallen en ze fijn werk niet goed meer kunnen uitvoeren.
De nervus medianus zorgt ook voor de motoriek van enkele kleine, maar zeer belangrijke handspieren. Als de druk op de zenuw groot is en lang bestaat, kan ook de motoriek aangetast geraken. Dit uit zich in een atrofie van de spieren van de duimmuis.
Behandeling
Bij een beginnend carpale tunnel syndroom kunnen we de patiënten vaak goed helpen met een spuitje met cortisone. Dit zorgt ervoor dat lokale ontsteking en zwelling afneemt, waardoor de klachten afnemen. Dit effect kan blijvend zijn, maar na verloop van tijd (enkele weken tot maanden) komen de klachten vaak terug. Ook een nachtspalk om de pols in betere positie te houden tijdens de nacht kan helpen.
Bij een ernstig carpale tunnel syndroom of als de klachten terugkomen na een spuitje gaan we meestal over tot een operatie. Bij deze operatie wordt via een incisie van 2 tot 3 cm het ligamentum carpi transversum doorgesneden om de zenuw meer plaats te geven. De nachtelijke klachten zijn hiermee meestal heel snel beter. Indien er ook overdag klachten zijn, kan dit wat langer duren.
Na de operatie wordt gedurende een 2-tal weken een verband voorzien. Dit verband hoeft in principe niet ververst te worden, tenzij het nat of vuil wordt (wat absoluut moet vermeden worden). Na 2 weken mogen de hechtingen verwijderd worden. De patiënt moet vanaf de dag van de operatie zijn vingers bewegen en mag deze ook gebruiken voor lichte dagelijkse taken. Kracht zetten mag/kan de eerste weken niet. De kracht zal ongeveer 1 maand na de operatie terugkomen.